ECLI:NL:RVS:2002:AE0719
Raad van State
- Hoger beroep
- J.H.B. van der Meer
- D. Haan
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de verlening van vrijstelling en bouwvergunning voor een bankgebouw in Eibergen
In deze zaak gaat het om de verlening van een vrijstelling op basis van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) en de bijbehorende bouwvergunning voor een bankgebouw op een perceel in Eibergen. De betrokken gronden zijn aangewezen voor 'Bijzondere bebouwing' en 'Bedrijven' volgens het bestemmingsplan 'Eibergen-Centrum', dat onherroepelijk is geworden na een eerdere uitspraak van de Afdeling op 27 september 1999. Het bouwplan voor het bankkantoor overschrijdt de toegestane hoogte met 3,5 meter, wat aanleiding geeft tot juridische geschillen.
De rechtbank heeft in haar uitspraak geoordeeld dat de burgemeester en wethouders niet in strijd hebben gehandeld met de eerdere uitspraak van de Afdeling, waarin goedkeuring aan een wijzigingsbevoegdheid was onthouden. De realisatie van het bankgebouw maakt deel uit van de herinrichting van het centrumgebied van Eibergen, en de bezwaren van de appellant tegen de verbindingsweg zijn niet relevant voor de toetsing van het bouwplan. De rechtbank concludeert dat de hoogte en functie van het bankkantoor niet zodanig afwijken van het bestemmingsplan dat er hoge eisen aan de urgentie gesteld moesten worden.
Het hoger beroep van de appellant wordt ongegrond verklaard, en de aangevallen uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling in hoger beroep. De uitspraak is gedaan door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarbij de rechters de argumenten van de appellant en de burgemeester en wethouders zorgvuldig hebben afgewogen.