ECLI:NL:RVS:2002:AE0667
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.J.M.S. Leyten-De Wijkerslooth
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- A.W.M. Bijloos
- R.I.Y. Lap
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de Raad van State inzake schadevergoeding door niet-informatie over geluidwerende voorzieningen
In deze zaak heeft appellant, een inwoner van Westerveld, verweerders, de burgemeester en wethouders van Westerveld, verzocht om schadevergoeding. Dit verzoek was gebaseerd op het feit dat hij niet was geïnformeerd over de mogelijkheid om geluidwerende voorzieningen aan zijn woning aan te brengen, zoals voorgeschreven door de Wet geluidhinder. Het verzoek om schadevergoeding volgde op een eerdere afwijzing van zijn aanvraag voor een bouwvergunning en een daaropvolgend besluit van verweerders om geen financiële tegemoetkoming te verlenen voor de getroffen geluidwerende maatregelen.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vastgesteld dat appellant niet beoogde dat de geluidwerende voorzieningen alsnog zouden worden aangebracht, maar enkel schadevergoeding verlangde. De Afdeling heeft echter geoordeeld dat zij niet bevoegd is om te beslissen over een vordering tot schadevergoeding, aangezien dergelijke vorderingen uitsluitend bij de burgerlijke rechter kunnen worden ingesteld. Dit leidde tot de conclusie dat de Raad van State zich onbevoegd moest verklaren om van het beroep kennis te nemen.
De uitspraak werd gedaan op 27 maart 2002, waarbij de Afdeling ook oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd genomen in aanwezigheid van de voorzitter en de leden van de Afdeling, en werd openbaar uitgesproken. De zaak benadrukt de scheiding tussen bestuursrechtelijke en civiele rechtszaken, en de noodzaak voor appellanten om de juiste rechtsgang te kiezen voor hun vorderingen.