ECLI:NL:RVS:2002:AE0396

Raad van State

Datum uitspraak
20 maart 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200102105/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • B. van Wagtendonk
  • G.A.A.M. Boot
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen afwijzing verzoek om uitbreiding rechtsbijstand uren

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door een appellant tegen een besluit van het bureau rechtsbijstandvoorziening van de Raad voor Rechtsbijstand te Arnhem. Het verzoek van de appellant om in het kader van een verleende toevoeging, het aantal uren rechtsbijstand te verhogen van maximaal 100 uur naar maximaal 150 uur, werd afgewezen op 21 januari 2000. De rechtbank heeft in haar uitspraak van 27 maart 2001 het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. De appellant heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, dat op 14 februari 2002 ter zitting is behandeld door de Raad van State.

De Raad van State heeft overwogen dat de rechtbank op goede gronden tot het oordeel is gekomen dat de Raad voor Rechtsbijstand zich, mede op basis van informatie van de rechter-commissaris, op het standpunt heeft kunnen stellen dat een verlenging van de tijdsbehandeling van de zaak niet gerechtvaardigd is. Er zijn geen aanwijzingen dat de Raad zijn taak niet zonder vooringenomenheid heeft vervuld. Het hoger beroep is derhalve ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak is bevestigd. Tevens zijn er geen termen voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 20 maart 2002.

Uitspraak

200102105/1.
Datum uitspraak: 20 maart 2002
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
(…), kantoorhoudend te (…),
appellant,
tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Arnhem van 27 maart 2001 in het geding tussen:
appellant
en
de raad voor rechtsbijstand te Arnhem.
1. Procesverloop
Bij besluit van 21 januari 2000 heeft het bureau rechtsbijstandvoorziening van de raad voor rechtsbijstand te Arnhem het verzoek van appellant afgewezen om in het kader van een verleende toevoeging,
als bedoeld in de Wet op de rechtsbijstand, in plaats van maximaal 100 uur, maximaal 150 uur aan rechtsbijstand in een zaak te mogen besteden.
Bij besluit van 24 mei 2000 heeft de raad voor rechtsbijstand te Arnhem (hierna: de raad) het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Dit besluit en het advies van de Commissie voor bezwaar en beroep van 11 mei 2000, waarnaar in het besluit wordt verwezen, zijn aangehecht.
Bij uitspraak van 27 maart 2001, verzonden op dezelfde dag, heeft de arrondissementsrechtbank te Arnhem (hierna: de rechtbank) het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 1 mei 2001, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 14 februari 2002, waar appellant in persoon en de raad voor rechtsbijstand, vertegenwoordigd door mr. P.A.W. Slaats, werkzaam voor de raad, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. De rechtbank is op goede gronden tot het juiste oordeel gekomen dat de raad zich, mede afgaand op informatie van de rechter-commissaris die de zaak heeft behandeld, op het standpunt heeft kunnen stellen dat een verlenging van de totale tijdsbehandeling van de desbetreffende zaak van 100 uur tot 150 uur niet gerechtvaardigd is te achten.
2.2. Voorts zijn er geen aanwijzingen dat de raad zijn taak niet zonder vooringenomenheid heeft vervuld.
2.3. Het hoger beroep is derhalve ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling zijn geen termen.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. B. van Wagtendonk, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. G.A.A.M. Boot, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Wagtendonk w.g. Boot
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 20 maart 2002
202.
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de Secretaris van de Raad van State,
voor deze,