ECLI:NL:RVS:2002:AE0394

Raad van State

Datum uitspraak
20 maart 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200104073/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • B. van Wagtendonk
  • G.A.A.M. Boot
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen afwijzing toevoeging rechtsbijstand door de Raad voor Rechtsbijstand te 's-Hertogenbosch

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door een appellante tegen een besluit van de Raad voor Rechtsbijstand te 's-Hertogenbosch. Het besluit, genomen op 1 mei 2000, verklaarde het daartegen ingestelde beroep ongegrond. De appellante had eerder, op 15 januari 2000, een verzoek ingediend voor een toevoeging op basis van de Wet op de rechtsbijstand, maar dit verzoek werd afgewezen. De rechtbank te 's-Hertogenbosch heeft op 13 juni 2001 het beroep van appellante tegen deze afwijzing eveneens ongegrond verklaard. De appellante heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij zij op 28 juli 2001 haar bezwaren kenbaar maakte.

De Raad van State heeft de zaak behandeld op 14 februari 2002, waarbij de appellante in persoon aanwezig was, bijgestaan door haar echtgenoot. De Raad heeft ook de vertegenwoordiger van de Raad voor Rechtsbijstand, mr. A.E.M. van den Hoff, gehoord. Na de behandeling van de zaak heeft de Raad van State geoordeeld dat de rechtbank op goede gronden tot haar beslissing is gekomen. De appellante heeft in het hoger beroep geen nieuwe argumenten aangevoerd die een ander licht op de zaak zouden werpen. Daarom heeft de Raad van State het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 20 maart 2002. De beslissing is ondertekend door mr. B. van Wagtendonk, lid van de enkelvoudige kamer, en mr. G.A.A.M. Boot, ambtenaar van Staat.

Uitspraak

200104073/1.
Datum uitspraak: 20 maart 2002
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
(…), wonend te (…),
appellante,
tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch van 13 juni 2001 in het geding tussen:
appellante
en
de raad voor rechtsbijstand te 's-Hertogenbosch.
1. Procesverloop
Bij besluit van 15 januari 2000 heeft het bureau rechtsbijstandvoorziening van de raad voor rechtsbijstand te 's-Hertogenbosch een verzoek van appellante om een toevoeging, als bedoeld in de Wet op de rechtsbijstand, afgewezen.
Bij besluit van 1 mei 2000 heeft de raad voor rechtsbijstand te
’s-Hertogenbosch (hierna: de raad) het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Dit besluit en het advies van de Commissie voor bezwaar en beroep van 10 april 2000, waarnaar in het besluit wordt verwezen, zijn aangehecht.
Bij uitspraak van 13 juni 2001, verzonden op 19 juni 2001, heeft de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch (hierna: de rechtbank) het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellante bij brief van 28 juli 2001, bij de Raad van State ingekomen op 1 augustus 2001, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.
Bij brief van 23 oktober 2001 heeft de raad een memorie van antwoord ingediend.
Na afloop van het vooronderzoek zijn nadere stukken ontvangen van appellante. Deze zijn aan de andere partij toegezonden.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 14 februari 2002, waar appellante in persoon, bijgestaan door (…), echtgenoot van appellante, en de raad, vertegenwoordigd door mr. A.E.M. van den Hoff, werkzaam voor de raad, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. De rechtbank is op goede gronden tot een juiste beslissing gekomen. Appellante heeft in hoger beroep geen argumenten aangevoerd die een ander licht op de zaak werpen.
2.2. Het hoger beroep is derhalve ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling zijn geen termen.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. B. van Wagtendonk, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. G.A.A.M. Boot, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Wagtendonk w.g. Boot
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 20 maart 2002
202.
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de Secretaris van de Raad van State,
voor deze,