ECLI:NL:RVS:2002:AE0390
Raad van State
- Hoger beroep
- J.A.E. van der Does
- D. Haan
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de aanschrijving tot verwijdering van paarden op perceel in Wijdemeren
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de president van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam, waarin de appellanten, bewoners van een perceel in Wijdemeren, in het ongelijk zijn gesteld. De burgemeester en wethouders van Nederhorst den Berg, thans de gemeente Wijdemeren, hadden op 27 september 2000 een dwangsom opgelegd aan de appellanten om binnen zes weken de op hun perceel aanwezige paarden te verwijderen. Dit besluit werd op 20 december 2000 door de burgemeester en wethouders ongegrond verklaard. De rechtbank bevestigde deze beslissing, maar de appellanten gingen in hoger beroep.
De Raad van State overweegt dat op basis van artikel 20, tweede lid, van de Woningwet, burgemeester en wethouders bevoegd zijn om gebruikers aan te schrijven om het gebruik van een terrein in overeenstemming te brengen met de bouwverordening. In dit geval was er echter eerder een bouwvergunning verleend voor het stallen van twee paarden, wat betekent dat het houden van deze paarden niet onrechtmatig was. De Raad concludeert dat de burgemeester en wethouders niet bevoegd waren om de aanschrijving te doen, omdat deze in strijd was met de Woningwet. De rechtbank heeft dit miskend.
De Raad van State verklaart het hoger beroep gegrond, vernietigt de eerdere uitspraak en verklaart het beroep van de appellanten bij de rechtbank alsnog gegrond. De burgemeester en wethouders worden opgedragen om een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak. Tevens worden de burgemeester en wethouders veroordeeld in de proceskosten van de appellanten, die niet voor vergoeding in aanmerking komen voor de kosten van hun gemachtigde, aangezien deze geen beroepsmatig rechtsbijstandverlener is. De gemeente Wijdemeren moet ook het griffierecht vergoeden aan de appellanten.