ECLI:NL:RVS:2002:AE0366
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.J.M.S. Leyten-de Wijkerslooth
- M.W.M. Vos-van Gortel
- H. Beekhuis
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid tot indienen van bezwaar door gemeentelijke directeur in milieubeheerzaak
In deze zaak, uitgesproken op 20 maart 2002, gaat het om een geschil tussen de burgemeester en wethouders van Amsterdam als appellanten en de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer als verweerder. De zaak betreft de bevoegdheid van de directeur van de Milieudienst van de gemeente Amsterdam om bezwaar te maken tegen een besluit van de minister. De appellanten hadden op 11 maart 1998 een mandaat ontvangen van de gemeenteraad om bezwaar te maken, maar de minister verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk omdat de directeur niet bevoegd zou zijn geweest op het moment van indienen.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vastgesteld dat het bezwaar van de directeur niet ontvankelijk was verklaard op basis van een vermeend gebrek aan bevoegdheid. De Afdeling oordeelde echter dat het besluit van 24 maart 2000, waarin de appellanten het bezwaar van de directeur bekrachtigden, dit gebrek had geheeld. De Afdeling concludeerde dat de minister in strijd met de Algemene wet bestuursrecht had gehandeld door het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren, aangezien de appellanten binnen de gestelde termijn het verzuim hadden hersteld.
De uitspraak leidde tot de vernietiging van het besluit van de minister van 25 mei 2000 en de verplichting om het griffierecht aan de appellanten te vergoeden. De zaak benadrukt het belang van mandaatverlening en de mogelijkheid om verzuimen te herstellen binnen de wettelijke termijnen.