ECLI:NL:RVS:2002:AE0365
Raad van State
- Hoger beroep
- B. van Wagtendonk
- G.A.A.M. Boot
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit van de raad voor rechtsbijstand te 's-Hertogenbosch inzake voorwaardelijke toevoeging
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen een besluit van de raad voor rechtsbijstand te 's-Hertogenbosch. Het besluit, genomen op 30 mei 2000, verklaarde het daartegen ingestelde beroep ongegrond. De appellant had eerder een voorwaardelijke toevoeging aangevraagd, maar deze was niet omgezet in een definitieve toevoeging. De rechtbank te 's-Hertogenbosch had op 26 juni 2001 het beroep van de appellant tegen dit besluit eveneens ongegrond verklaard. De appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij hij op 14 februari 2002 ter zitting verscheen, terwijl de raad werd vertegenwoordigd door mr. A.E.M. van den Hoff.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld en kwam tot de conclusie dat de rechtbank op goede gronden tot haar beslissing was gekomen. De appellant heeft in hoger beroep geen nieuwe argumenten aangevoerd die de zaak in een ander licht zouden plaatsen. Bovendien is er geen bewijs geleverd van de door de appellant gestelde leningen, wat een belangrijk punt in de zaak was. De Afdeling heeft in overweging genomen dat, zelfs als dit bewijs alsnog zou zijn geleverd, dit niet noodzakelijkerwijs zou leiden tot vernietiging van de eerdere uitspraak.
Uiteindelijk heeft de Raad van State het hoger beroep ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak bevestigd. Er zijn geen termen voor een proceskostenveroordeling vastgesteld. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 20 maart 2002.