ECLI:NL:RVS:2002:AD9428
Raad van State
- Hoger beroep
- P. van Dijk
- J.A.W. Scholten-Hinloopen
- W. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Weigering van informatieverstrekking door het Landelijk instituut sociale verzekeringen op basis van de Organisatiewet sociale verzekeringen en de Wet openbaarheid van bestuur
In deze zaak gaat het om de weigering van het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv) om informatie te verstrekken aan appellant, A, over het aantal werknemers dat in 2000 in de WAO is terechtgekomen bij 2586 bedrijven. Het Lisv heeft deze weigering primair gebaseerd op artikel 98 van de Organisatiewet sociale verzekeringen (Osv) en subsidiair op artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De Raad van State oordeelt dat artikel 98 Osv niet kan worden aangemerkt als een uitputtende regeling inzake openbaarmaking en geheimhouding van stukken, en dat de Wob in dit geval van toepassing is. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vastgesteld dat de geheimhoudingsverplichting niet geldt indien een wettelijk voorschrift verplicht tot openbaarmaking van bepaalde gegevens, en dat de Wob ook een dergelijke verplichting kan inhouden. De Afdeling is van oordeel dat het Lisv zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het belang van openbaarmaking van de gevraagde informatie niet opweegt tegen het belang van het voorkomen van onevenredige benadeling van de betrokken bedrijven. De informatie betreft interne gegevens over ziekteverzuim, waarvan het vrijgeven tot onevenredige schade voor de betrokken bedrijven zou kunnen leiden. De uitspraak van de president van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam, die het beroep van appellant ongegrond verklaarde, wordt bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.