ECLI:NL:RVS:2001:AF6048
Raad van State
- Hoger beroep
- M. Vlasblom
- A.L. Frenkel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdelingen tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door Staatssecretaris van Justitie
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van twee vreemdelingen tegen de afwijzing van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel door de Staatssecretaris van Justitie. De aanvragen werden op 2 juli 2001 afgewezen, waarna de vreemdelingen op 30 juli 2001 beroep aantekenden bij de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat leidde tot het hoger beroep bij de Raad van State, dat op 11 september 2001 werd behandeld.
De Raad van State overwoog dat de vreemdelingen in hun hoger beroepschrift geen rechtsvragen aan de orde stelden die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoording behoefden. De Raad beperkte zich tot een beoordeling van de aangevoerde grieven en concludeerde dat deze niet tot vernietiging van de eerdere uitspraak konden leiden. De Raad verwees naar de relevante artikelen van de Vreemdelingenwet 2000 en de Overeenkomst van Dublin, die de verantwoordelijkheden van lidstaten bij asielaanvragen regelen.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak, mr. M. Vlasblom, bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 11 september 2001, en de beslissing werd in naam der Koningin genomen.