ECLI:NL:RVS:2001:AE3865
Raad van State
- Hoger beroep
- J.H.B. van der Meer
- G.A.A.M. Boot
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake afwijzing huursubsidie door Staatssecretaris van Volkshuisvesting
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 14 juni 2001 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de afwijzing van haar aanvraag voor huursubsidie door de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Appellante had in 1996 een woning aan de [B]straat in Kerkrade betrokken en verzocht om huursubsidie voor de periode van 1 juli 1997 tot 1 juli 1998. De Staatssecretaris weigerde deze aanvraag, omdat de woning volgens zijn oordeel niet passend was voor appellante op het moment dat de huur inging. Dit oordeel was gebaseerd op een eerder besluit van 27 januari 1997, waarin de aanvraag voor huursubsidie voor een andere periode ook was afgewezen.
De rechtbank te Maastricht had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarna zij hoger beroep instelde. Tijdens de zitting op 3 mei 2001 was appellante vertegenwoordigd door haar advocaat, terwijl de Staatssecretaris niet aanwezig was. De Raad van State overwoog dat de Staatssecretaris in beginsel mocht uitgaan van het eerdere besluit, dat in rechte onaantastbaar was geworden. Appellante had weliswaar medische attesten overgelegd, maar deze waren onvoldoende om aan te nemen dat er in november 1996 een medische indicatie voor de verhuizing bestond. Bovendien had appellante geen medische urgentieverklaring aangevraagd bij de gemeente, waardoor deze niet in de gelegenheid was gesteld om een beter passende woning aan te bieden.
De Raad van State concludeerde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven om het eerdere besluit te herzien. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.