ECLI:NL:RVS:2001:AD9281
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Troostwijk
- H.M. Grol
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de Raad van State op 3 december 2001 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep tegen een afwijzing van een asielaanvraag. De verzoeker had op 15 november 2001 hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Zwolle, die op 22 oktober 2001 zijn beroep tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de Staatssecretaris van Justitie ongegrond had verklaard. De verzoeker vroeg de Voorzitter van de Raad van State om een voorlopige voorziening, omdat hij vreesde voor een spoedige uitzetting.
De Voorzitter overwoog dat het enkele feit dat de uitspraak van de rechtbank voor uitvoering vatbaar is, niet automatisch een spoedeisend belang oplevert zoals bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht. De verzoeker had niet aangetoond dat hij op de hoogte was van een specifieke datum voor zijn uitzetting, waardoor het niet duidelijk was op welke termijn deze zou plaatsvinden. Hierdoor kwam het verzoek niet voor inwilliging in aanmerking.
De Voorzitter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was dat het treffen van de verzochte voorlopige voorziening rechtvaardigde. Ook werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd genomen in naam der Koningin, waarbij het verzoek werd afgewezen.