ECLI:NL:RVS:2001:AD5963
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- E.A. Alkema
- M.G.J. Parkins-de Vin
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake inbewaringstelling van vreemdeling door hulpofficier
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling die in vreemdelingenbewaring is gesteld. De appellant, die in beroep ging tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage, betoogt dat de inbewaringstelling onterecht was. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de hulpofficier van justitie bevoegd was om de maatregel op te leggen en op te heffen. De appellant stelt dat deze mandaatverlening in strijd is met de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet bestuursrecht. De Raad van State overweegt dat de Minister van Justitie bevoegdheden kan mandateren aan de hulpofficier, en dat de hulpofficier niet ondergeschikt is aan de Minister in de zin van de wet. De Raad concludeert dat de mandaatverlening aan de hulpofficier rechtmatig is en dat de inbewaringstelling op de juiste gronden heeft plaatsgevonden. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, waarbij het hoger beroep van de appellant ongegrond wordt verklaard. De beslissing wordt genomen in naam der Koningin, en er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd.