ECLI:NL:RVS:2001:AD4375
Raad van State
- Hoger beroep
- J.A.M. van Angeren
- B. van Wagtendonk
- C.A. Terwee-van Hilten
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de Wet openbaarheid van bestuur op extra salarisvergoedingen aan ambtenaren
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen van 16 augustus 2000, waarin het verzoek van appellant om informatie op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) werd afgewezen. Appellant had verzocht om informatie over extra salarisvergoedingen die sinds 1990 aan ambtenaren van de gemeente Groningen waren toegekend. De burgemeester en wethouders van Groningen hadden in hun besluit van 25 juni 1999 het bezwaar van appellant ongegrond verklaard, met de stelling dat de individuele beoordeling en toekenning van extra beloningen niet als een bestuurlijke aangelegenheid kon worden aangemerkt. De rechtbank onderschreef dit standpunt, maar appellant ging in hoger beroep.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat de uitvoering van beleid, zoals het toekennen van extra beloningen, wel degelijk onder de werking van de Wob valt. De Afdeling stelt vast dat de gemeente Groningen op basis van beleidsruimte extra beloningen heeft toegekend, en dat deze toekenning verband houdt met bijzondere gemeentelijke belangen. De Afdeling vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van appellant gegrond. Tevens wordt het besluit van burgemeester en wethouders vernietigd, en worden zij veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten aan appellant.
De uitspraak benadrukt het belang van transparantie in het bestuur en bevestigt dat ook de toepassing van beloningsbeleid in concrete gevallen onder de Wob valt. Dit is een belangrijke uitspraak voor de rechtspraktijk met betrekking tot de openbaarheid van bestuur en de reikwijdte van de Wob.