ECLI:NL:RVS:2001:AD3311
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.W.M. Vos-Van Gortel
- H. Beekhuis
- J.R. Schaafsma
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet tijdig beslissen op vergunningaanvraag voor vleeskalverenbedrijf
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 13 juni 2001 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van een beroep dat was ingesteld door een appellant tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag voor een revisievergunning voor een vleeskalverenbedrijf. De aanvraag was ingediend op 22 februari 1999, maar verweerders, de burgemeester en wethouders van Wierden, hebben nagelaten binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van zes maanden op deze aanvraag te beslissen. De appellant, vertegenwoordigd door ing. M.H. Middelkamp, stelde dat hij belang had bij een tijdige beslissing, maar de Afdeling oordeelde dat hij niet als belanghebbende kon worden aangemerkt in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.
De Afdeling overwoog dat artikel 20.6 van de Wet milieubeheer alleen betrekking heeft op reële besluiten en dat er geen expliciete wettelijke basis is voor derden om op te komen tegen het uitblijven van een beslissing op een aanvraag. De ratio achter artikel 6:2 van de Algemene wet bestuursrecht is dat alleen degenen die een wijziging van de juridische status quo nastreven, kunnen afdwingen dat een bestuursorgaan een besluit neemt. Aangezien de appellant enkel belang had bij een afwijzing van de aanvraag, werd hij niet als belanghebbende aangemerkt.
De uitspraak concludeerde dat het beroep van de appellant niet-ontvankelijk werd verklaard, omdat hij niet kon worden beschouwd als iemand wiens belang rechtstreeks bij het uitblijven van een beslissing was betrokken. De Afdeling benadrukte dat voor een proceskostenveroordeling geen aanleiding bestond. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op dezelfde datum.