ECLI:NL:RVS:2001:AB3329
Raad van State
- Hoger beroep
- J.J.R. Bakker
- C. de Gooijer
- H. Troostwijk
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechter om een advocaat toe te wijzen in administratiefrechtelijke procedures
In deze zaak gaat het om de vraag of de rechter bevoegd is om een advocaat toe te wijzen aan een partij in een administratiefrechtelijke procedure. Appellant, mr. A, heeft verzocht om vrijstelling van de verplichting om als stagiaire bij een patroon kantoor te houden en om een patroon aan te wijzen. De algemene raad van de Nederlandse Orde van Advocaten heeft dit verzoek afgewezen, omdat appellant de benodigde gegevens voor de beoordeling van zijn vrijstellingsverzoek niet heeft overgelegd. De rechtbank heeft deze afwijzing bevestigd, en appellant heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overweegt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de verzoeken van de algemene raad om nadere informatie niet in strijd zijn met de wet. Appellant heeft niet aangetoond dat hij voldoet aan de eisen voor een behoorlijke praktijkuitoefening, zoals vastgelegd in het Stagereglement. De Afdeling stelt vast dat er geen wettelijke basis is voor de rechter om een advocaat toe te wijzen aan een partij in deze procedure, zoals ook blijkt uit de artikelen 18 van de Grondwet en 8:24 van de Algemene wet bestuursrecht.
Daarnaast wordt opgemerkt dat de effectieve rechtsbescherming in dergelijke gevallen geregeld is in de Wet op de rechtsbijstand. Appellant heeft tevergeefs betoogd dat de rechtbank ten onrechte zijn verzoek om een advocaat toe te wijzen niet heeft ingewilligd. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst de verzoeken van appellant af. De beslissing van de algemene raad wordt derhalve in stand gehouden, en er zijn geen termen voor een proceskostenveroordeling.