ECLI:NL:RVS:2000:AB0017
Raad van State
- Hoger beroep
- J.J.R. Bakker
- B. Bastein
- Rechtspraak.nl
Handhaving van bouwvergunning bij illegale buitenzonwering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de president van de arrondissementsrechtbank te Arnhem. De appellant had zonder vergunning buitenzonwering (screens) aangebracht aan zijn woning. Burgemeester en wethouders van Doesburg hebben de appellant op 22 november 1999 aangeschreven met een last onder dwangsom van f 500,-- per week, met een maximaal te verbeuren bedrag van f 15.000,--, om de zonder vergunning aangebrachte buitenzonwering te verwijderen. Het bezwaar van de appellant tegen dit besluit werd op 25 januari 2000 ongegrond verklaard. De president van de arrondissementsrechtbank verklaarde op 3 april 2000 het beroep van de appellant ongegrond.
De appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State. De Raad overweegt dat volgens artikel 40 van de Woningwet het verboden is te bouwen zonder vergunning. De Raad stelt vast dat het aanbrengen van de screens een meldingplichtige activiteit is, maar dat de appellant dit niet heeft gedaan. Hierdoor was een bouwvergunning vereist, die niet was verleend. De burgemeester en wethouders waren derhalve bevoegd om handhavend op te treden.
De Raad van State concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat het bestuursorgaan afziet van handhavend optreden. De aanwezigheid van een negatief welstandsadvies van de welstandscommissie ondersteunt het standpunt van de burgemeester en wethouders dat de screens niet voldoen aan redelijke eisen van welstand. De Raad bevestigt de uitspraak van de president en verklaart het hoger beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.