ECLI:NL:RVS:2000:AB0013
Raad van State
- Verzet
- C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
- J.H.B. van der Meer
- P.J.J. van Buuren
- L.E.M. Wilbers-Taselaar
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van indienen van beroepschrift en herstel van verzuim in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak gaat het om de tijdigheid van het indienen van een beroepschrift en de mogelijkheid tot herstel van verzuim in het bestuursrecht. De Raad van State heeft op 23 november 2000 uitspraak gedaan in het verzet van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. De opposant had eerder een hoger beroep ingesteld dat niet-ontvankelijk was verklaard omdat hij verzuimde zijn beroepschrift tijdig te motiveren. De opposant werd op 18 april 2000 gewezen op dit verzuim en kreeg de gelegenheid om dit voor 16 mei 2000 te herstellen. Echter, hij maakte geen gebruik van deze mogelijkheid en diende pas op 17 mei 2000 een verzoek om uitstel in, wat buiten de gestelde termijn viel. De Afdeling bestuursrechtspraak overwoog dat de indiening van een geschrift bij de PTT als tijdstip van indiening geldt, maar in dit geval ontbrak bewijs van tijdige terpostbezorging. Hierdoor werd de datum van ontvangst bij de Raad van State als datum van indiening gehanteerd. De Afdeling concludeerde dat de opposant niet-ontvankelijk was, omdat hij niet tijdig had gereageerd op het verzuim en geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die aanleiding gaven om van de vaste gedragslijn af te wijken. Het verzet werd ongegrond verklaard, en de uitspraak werd in naam der Koningin gedaan.