ECLI:NL:RVS:2000:AA8223
Raad van State
- Hoger beroep
- A. Kosto
- A.U. Kallan
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen weigering bestuursdwang bij bijenhouderij in Deventer
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Zwolle van 28 december 1999. De burgemeester en wethouders van Deventer hadden op 6 oktober 1998 geweigerd om bestuursdwang toe te passen tegen de overlast die door appellanten werd gesteld als gevolg van het houden van bijen in de achtertuin van hun percelen. Appellanten, [imker A] en [imker B], voerden aan dat de bijen overlast veroorzaakten en vroegen de gemeente om in te grijpen. De burgemeester en wethouders verklaarden op 9 februari 1999 het bezwaar van appellanten deels gegrond, maar legden [imker A] een dwangsom op om de bijenkorven te verwijderen. De rechtbank verklaarde het beroep van appellanten ongegrond, waarna zij hoger beroep instelden bij de Raad van State.
De Raad van State heeft de zaak op 1 september 2000 behandeld. Tijdens de zitting gaven appellanten en de vertegenwoordiger van de gemeente uitleg over de situatie. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat het hoger beroep ongegrond was en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Afdeling concludeerde dat de burgemeester en wethouders terecht hadden geoordeeld dat er geen verbod gold op het houden van bijen, omdat voldaan werd aan de voorwaarden van de Algemene Plaatselijke Verordening. De rechtbank had dezelfde conclusie getrokken, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 26 september 2000.