ECLI:NL:RVS:2000:AA6776
Raad van State
- Hoger beroep
- J.A.E. van der Does
- B. van Wagtendonk
- F.P. Zwart
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de tijdige indiening van een meerjarenprogramma door de gemeente Sittard
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de burgemeester en wethouders van Sittard tegen een uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Maastricht van 7 oktober 1999. De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen had in een besluit van 22 oktober 1996 meegedeeld dat de gemeente Sittard niet zou worden betrokken bij de verdeling van het voor 2002 beschikbare budget. Dit besluit was gebaseerd op het feit dat het meerjarenprogramma 1997-2002 niet tijdig was ingediend. De gemeente had het programma per fax ingediend op 1 juli 1996, maar volgens de geldende regelgeving was deze datum fataal. De rechtbank had het beroep van de gemeente ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Raad van State.
De Raad van State oordeelde dat de rechtbank op goede gronden tot het juiste oordeel was gekomen. De Afdeling bestuursrechtspraak bevestigde dat de indieningstermijn zoals vastgelegd in het Besluit rijkssubsidiëring restauratie monumenten, niet was nageleefd. De appellanten hadden geprobeerd een verlenging van de indieningstermijn te bewerkstelligen door te verwijzen naar de Algemene Termijnenwet, maar de Raad van State oordeelde dat er in dit geval geen sprake was van een termijn in de zin van die wet. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard, en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. De Raad van State concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling in hoger beroep.
De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en werd openbaar uitgesproken op 24 juli 2000. De betrokken rechters waren J.A.E. van der Does als voorzitter, en B. van Wagtendonk en F.P. Zwart als leden. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van documenten in het kader van subsidieverstrekking en de strikte toepassing van termijnen in bestuursrechtelijke procedures.