ECLI:NL:RVS:2000:AA5582
Raad van State
- Hoger beroep
- J.C.K.W. Bartel
- A. Kosto
- B. van Wagtendonk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake schadevergoeding op basis van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant A tegen de raad der gemeente Tytjerksteradiel, naar aanleiding van een verzoek om schadevergoeding op basis van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Leeuwarden van 9 augustus 1999, waarin zijn beroep tegen de afwijzing van zijn verzoek om schadevergoeding ongegrond werd verklaard. De Raad van State heeft de zaak behandeld op 31 januari 2000, waarbij appellant werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. W. Sleijfer, en de raad werd vertegenwoordigd door ambtenaar J. Kok.
De Raad van State overweegt dat voor de beoordeling van het verzoek om schadevergoeding moet worden vastgesteld of er sprake is van een wijziging van het planologische regime, waardoor appellant in een nadeliger positie is komen te verkeren. Appellant heeft schadevergoeding verzocht vanwege de bouw van woonappartementen met winkelruimte nabij zijn perceel. De raad heeft het verzoek afgewezen, stellende dat er geen vergoedbare schade was, zowel voor het gedeelte van het bouwplan waarvoor de bouwverordening gold, als voor het gedeelte waarvoor vrijstelling was verleend op basis van de WRO.
De rechtbank heeft de afwijzing van de raad bevestigd, waarbij zij de splitsing tussen de verschillende delen van het bouwplan als juist heeft beoordeeld. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte deze splitsing heeft aangehouden en dat de schade als gevolg van de bouw in zijn geheel moet worden beoordeeld. De Raad van State heeft echter geoordeeld dat de rechtbank op goede gronden tot haar beslissing is gekomen en dat de door de raad overgenomen conclusies van de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ) niet onjuist zijn.
Uiteindelijk heeft de Raad van State het hoger beroep ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak bevestigd. Er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling in hoger beroep.