ECLI:NL:RVS:1999:AA4040
Raad van State
- Hoger beroep
- P. van Dijk
- J.H. Grosheide
- M.R. Wijnholt
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake inzage in BVD-dossiers en de toepassing van de Wet openbaarheid van bestuur
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant A tegen de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake het verzoek om inzage in documenten van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD). Appellant heeft in 1994 bezwaar gemaakt tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de Minister op zijn verzoek om inzage in dossiers over hemzelf, zijn vader Z en zijn grootvader Y. De Minister heeft in 1995 het bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaard, maar niet alle gevraagde informatie verstrekt. De rechtbank heeft in 1997 het beroep van appellant ongegrond verklaard, maar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in 1998 de uitspraak van de rechtbank vernietigd en de zaak teruggewezen. In 1998 heeft de rechtbank opnieuw een uitspraak gedaan, waarbij het beroep gedeeltelijk gegrond werd verklaard. Appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld. De Afdeling heeft de zaak op 10 augustus 1999 behandeld. De Afdeling oordeelt dat de Minister terecht heeft geweigerd informatie te verstrekken die de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden, maar dat hij in beginsel wel informatie over niet-actuele gegevens moet verstrekken. De Afdeling vernietigt de uitspraak van de rechtbank voor zover deze betrekking heeft op appellant zelf en verklaart het beroep in zoverre alsnog gegrond, maar laat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand. De Minister wordt veroordeeld in de proceskosten van appellant.