ECLI:NL:RBZWO:2004:AQ9162
Rechtbank Zwolle
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.H. Meijer
- H.F.J.M. Schröder
- F. Spiering – van der Maden
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor huiselijk geweld en verkrachting met zware mishandeling
In de zaak voor de Rechtbank Zwolle, uitgesproken op 1 juni 2004, is de verdachte, geboren op [geboortedatum verdachte] en wonende te [woonplaats verdachte], veroordeeld voor huiselijk geweld en verkrachting. De zaak kwam aan het licht na een melding van een buurtbewoner op 15 februari 2004, die hoorde dat er in de woning van de verdachte een vrouw vreselijk gilde. De politie trof de aangeefster aan met bloedvlekken op haar kleding en sporen van geweld in de woning. De aangeefster, mevrouw [naam aangeefster], deed aangifte van geweld en bedreiging door de verdachte, die haar tijdens een ruzie na een huwelijksfeest zou hebben geslagen, geschopt en bedreigd met de dood. De rechtbank achtte de verklaringen van de aangeefster betrouwbaar, mede ondersteund door getuigenverklaringen van buurtbewoners die het geschreeuw hadden gehoord.
Daarnaast deed de aangeefster op 17 februari 2004 aangifte van verkrachting, waarbij zij verklaarde dat de verdachte haar meerdere keren had gedwongen tot seksuele handelingen, ondanks haar verzet. De rechtbank concludeerde dat de aangifte van de aangeefster als betrouwbaar moest worden beschouwd, en dat de verdachte de ten laste gelegde feiten had gepleegd. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar en legde een gevangenisstraf van 18 maanden op, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht. De rechtbank weegt de ernst van de feiten zwaar en oordeelt dat een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf noodzakelijk is om recht te doen aan de gepleegde feiten.