ECLI:NL:RBZWO:2004:AO9325
Rechtbank Zwolle
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Geslaagd beroep op putatief noodweer in zaak van poging tot doodslag
In de zaak voor de Rechtbank Zwolle, met parketnummer 07.280046-04, is op 11 mei 2004 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen H.... M.... S..., die beschuldigd werd van poging tot doodslag op zijn vrouw. De verdachte, bijgestaan door mr. K.N. Holtrop, heeft tijdens de zitting verklaard dat hij in een droomtoestand handelde. Hij had een klauwhamer gepakt en zijn vrouw geslagen, terwijl hij dacht dat hij zich verdedigde tegen een gewapende indringer. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 12 maanden geëist, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden voor psychiatrische behandeling en reclassering.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 20 januari 2004 meerdere malen met een hamer op het hoofd van zijn vrouw heeft geslagen, maar dat het feit niet is voltooid. De rechtbank heeft het beroep op putatief noodweer gehonoreerd, omdat de verdachte in zijn droom een acute bedreiging waarnam. De rechtbank oordeelde dat er geen gewapende indringer was en dat de verdachte in een dwaling verkeerde, wat leidde tot de conclusie dat zijn handelen niet strafbaar was. De rechtbank heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging en de in beslag genomen hamer teruggegeven.
Bij de beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met verschillende rapporten, waaronder een voorlichtingsrapport van de Stichting Reclassering Nederland en psychologische rapporten die de verminderd toerekeningsvatbaarheid van de verdachte bevestigden. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet strafbaar was, omdat zijn handelen gerechtvaardigd was door de vermeende bedreigende situatie.