ECLI:NL:RBZWO:2004:AO5288
Rechtbank Zwolle
- Kort geding
- J. van der Hulst
- Rechtspraak.nl
Toepassing van lijfsdwang bij herhaaldelijk contactverbod
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 9 maart 2004 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser en gedaagde. Eiser had eerder een verbod verkregen tegen gedaagde om contact op te nemen, op straffe van dwangsommen. Ondanks dit verbod heeft gedaagde herhaaldelijk contact gezocht met eiser, waarbij zij claimde berichten van de Heilige Geest te ontvangen die zij aan eiser moest doorgeven. Gedaagde had inmiddels een bedrag van €6.500 aan dwangsommen verbeurd, maar er was twijfel of zij deze kon betalen.
De voorzieningenrechter heeft de belangen van eiser en gedaagde afgewogen. Eiser had belang bij de bescherming tegen gedaagde, die zich niet aan eerdere verboden hield. De rechter oordeelde dat de toepassing van lijfsdwang gerechtvaardigd was, omdat andere dwangmiddelen niet effectief waren gebleken. Gedaagde werd verboden om eiser op welke wijze dan ook lastig te vallen en zich binnen een straal van vijf kilometer van zijn woning of op de terreinen van zijn werkgever te bevinden.
De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiser toegewezen en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij lijfsdwang voor vijf dagen bij iedere overtreding door gedaagde. Tevens werd gedaagde in de proceskosten veroordeeld. De uitspraak benadrukt de ernst van het niet naleven van contactverboden en de mogelijkheid van lijfsdwang als laatste redmiddel.