ECLI:NL:RBZWO:2004:AO4480
Rechtbank Zwolle
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst tijdens bevallingsverlof
In deze zaak heeft de kantonrechter te Zwolle op 25 februari 2004 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen [verzoeker] en [verweerster]. [Verzoeker], vertegenwoordigd door mr. W.P. Maris, verzocht de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerster], die zich in bevallingsverlof bevond. [Verweerster], vertegenwoordigd door mr. R.H. Broeksema, heeft het verzoek betwist en stelde dat de ontbinding niet gerechtvaardigd was, vooral gezien haar zwangerschap en de omstandigheden rondom haar functioneren.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verweerster] sinds [datum] arbeidsongeschikt was wegens ziekte en dat zij zich in het laatste jaar van haar kandidaat-notaris periode bevond. [Verzoeker] voerde aan dat [verweerster] niet naar behoren functioneerde en dat er problemen waren in de samenwerking. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de verwijten van [verzoeker] niet voldoende onderbouwd waren en dat er geen sprake was van een goede communicatie over de functioneren van [verweerster].
De kantonrechter heeft geconcludeerd dat [verzoeker] niet de juiste procedure heeft gevolgd om het functioneren van [verweerster] aan te kaarten en dat er onvoldoende bewijs was voor de gestelde tekortkomingen. Het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst is afgewezen, en partijen zijn aangeraden om, na herstel van [verweerster], in gesprek te gaan om de punten van kritiek te bespreken. Tevens is [verzoeker] veroordeeld in de proceskosten van [verweerster].