ECLI:NL:RBZWO:2004:AO2790
Rechtbank Zwolle
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en doorbetaling van loon in kort geding
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle op 2 februari 2004 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de heer [X] en Scania Nederland B.V. De eisende partij, vertegenwoordigd door mr. J.C. van der Horst, vorderde onder andere doorbetaling van loon en een voorlopige voorziening na een ontslag op staande voet door Scania. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het ontslag nietig is, omdat er geen dringende reden was voor het ontslag. De kantonrechter oordeelde dat, hoewel [X] zich ongepast had gedragen door zijn geslachtsdeel te tonen tijdens een video-opname, dit gedrag niet voldoende was om een ontslag op staande voet te rechtvaardigen, vooral gezien zijn lange staat van dienst en het feit dat andere werknemers eerder met een waarschuwing zijn weggekomen.
De kantonrechter heeft de vordering tot doorbetaling van het loon toegewezen, evenals de wettelijke rente, maar de vordering tot wedertewerkstelling werd afgewezen. De kantonrechter merkte op dat de verstandhouding tussen partijen ernstig was verstoord, waardoor een vruchtbare voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet meer mogelijk was. Daarnaast werd de vordering tot het verstrekken van een videoband afgewezen, omdat Scania al een kopie had verstrekt aan [X]. De kantonrechter heeft Scania ook veroordeeld in de proceskosten, waarbij de kosten voor de gemachtigde en andere kosten zijn vastgesteld. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.