ECLI:NL:RBZWO:2003:AL6254
Rechtbank Zwolle
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Klacht over dwangbehandeling en separatie onder de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle op 4 september 2003 uitspraak gedaan in een verzoekschrift op basis van artikel 41 van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ). Verzoeker, die met een rechterlijke machtiging is opgenomen wegens een geestesstoornis en agressief gedrag, verzocht om de onmiddellijke opheffing van de dwangbehandeling, die bestond uit separatie en fixatie. De rechtbank heeft de zaak behandeld na een verzoek van de advocaat van verzoeker, die stelde dat de huidige maatregelen inhumaan waren en niet noodzakelijk om gevaar voor anderen of verzoeker zelf af te wenden.
De rechtbank heeft overwogen dat de psychiater van mening was dat een lichter regime niet mogelijk was zonder dat personeel en anderen aan grote risico's blootgesteld zouden worden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen verbetering in de geestesstoornis van verzoeker was opgetreden en dat de maatregelen noodzakelijk waren om ernstig gevaar af te wenden. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de klachtencommissie eerder de klacht van verzoeker gegrond had verklaard, maar dat dit niet leidde tot de beëindiging van de maatregelen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek van verzoeker afgewezen, maar wel aangegeven dat de toepassing van de maatregelen onrechtmatig kan worden geacht indien deze na 1 november 2003 voortduurt. De rechtbank heeft benadrukt dat verzoeker schadevergoeding kan vorderen indien de maatregelen onrechtmatig blijken te zijn. De uitspraak is gedaan in het openbaar en de rechtbank heeft de zaak afgesloten met de beslissing om het verzoek af te wijzen.