ECLI:NL:RBZWO:2003:AF6174
Rechtbank Zwolle
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.H.S. Lebens
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen dwangbevel op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften
In deze zaak heeft eiser [X] op 9 januari 2003 verzet aangetekend tegen een dwangbevel dat op 23 oktober 2002 door de officier van justitie in het arrondissement Leeuwarden was uitgevaardigd. Dit dwangbevel was gebaseerd op de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften. Eiser heeft zijn verzet tijdig ingediend, waarna de zaak op de rol is ingeschreven en partijen zijn verschenen. De vordering van eiser strekt ertoe dat het dwangbevel wordt vernietigd en dat de officier van justitie in de kosten wordt veroordeeld. Daarnaast verzoekt eiser om mevrouw [Y] in vrijwaring op te roepen voor een nadere terechtzitting.
De rechtbank heeft in haar voorlopige oordeel vastgesteld dat de zaak moet worden verwezen naar de sector kanton, locatie Lelystad. Dit is in overeenstemming met artikel 26, derde lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, waarin is bepaald dat verzet moet worden gedaan bij een met redenen omkleed verzetschrift, dat binnen twee weken na betekening van het dwangbevel moet worden ingediend. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het verzet moet worden voortgezet volgens de regels die gelden voor de procedure ex artikel 26 van de genoemde wet.
In de beslissing heeft de rechtbank verklaard zich onbevoegd te verklaren van de zaak kennis te nemen en heeft zij de zaak verwezen naar de sector kanton, locatie Lelystad. Tevens is bevolen dat de procedure in de stand waarin zij zich bevindt zal worden voortgezet volgens de regels van de wet. Dit vonnis is uitgesproken door mr. M.H.S. Lebens op 26 februari 2003, in tegenwoordigheid van de griffier.