ECLI:NL:RBZWO:2003:AF4904

Rechtbank Zwolle

Datum uitspraak
20 februari 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
77121 / FA EK 02-1840
Instantie
Rechtbank Zwolle
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptieverzoek door een adoptante met instemming van de moeder voor twee minderjarigen

In deze zaak heeft de rechtbank Zwolle op 20 februari 2003 uitspraak gedaan in een adoptieprocedure. De adoptante, aangeduid als [A], heeft op 1 juli 2002 een verzoekschrift ingediend tot adoptie van twee minderjarigen, genaamd [C] en [D], die respectievelijk op 2 juli 1990 en 8 november 1992 zijn geboren. De moeder van de kinderen, aangeduid als [B], heeft haar instemming met de adoptie verklaard. De rechtbank heeft kennisgenomen van alle relevante stukken, waaronder brieven van de adoptante en een advies van de Raad voor de Kinderbescherming.

De zaak is behandeld tijdens een zitting op 11 februari 2003, waar de minderjarigen hun mening hebben geuit. De adoptante en de moeder hebben verklaard dat zij de minderjarigen volledig hebben ingelicht over hun verwekker, die zij met naam en toenaam kennen, maar niet willen dat deze in de beschikking wordt genoemd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het ontbreken van een verklaring van de verwekker, die zich uitlaat over de adoptie, niet in de weg staat aan de adoptie, gezien het belang van de minderjarigen.

De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek tot adoptie voldoet aan de voorwaarden van de artikelen 1:227 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank heeft besloten het verzoek tot adoptie toe te wijzen en heeft bepaald dat een afschrift van de beschikking zal worden gezonden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats 1]. De uitspraak is gedaan door mr. L.M. Rijksen, rechter en plaatsvervangend kinderrechter, in aanwezigheid van griffier C. van Leeuwen.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE
sector civiel recht
enkelvoudige familiekamer
Zaaknummer: 77121 / FA RK 02-1840
Datum: 20 februari 2003
BESCHIKKING
in de zaak van:
[A],
wonende [postcode 1] [plaats 1],
[adres 1],
procureur mr. W.J.A. Wichers Hoeth,
verzoekster,
hierna als de adoptante aangeduid,
en
[B],
wonende [postcode 1] [plaats 1],
[adres 1],
belanghebbende,
hierna als de moeder aangeduid.
HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
De adoptante heeft op 1 juli 2002 onder bovenvermeld zaaknummer een verzoekschrift ter griffie van de rechtbank ingediend.
De rechtbank heeft kennis genomen van alle op de zaak betrekking hebbende stukken, waaronder:
- een brief van de adoptante van 16 augustus 2002;
- een brief van de adoptante van 16 augustus 2002 met bijlagen;
- een brief van de Raad voor de Kinderbescherming te [plaats 1], hierna als de Raad aangeduid, van 16 december 2002.
De zaak is behandeld ter terechtzitting met gesloten deuren van 11 februari 2003.
Hierbij zijn verschenen:
- de adoptante met haar procureur;
- de moeder.
De hierna genoemde minderjarigen hebben op 11 februari 2003 hun mening aan de rechtbank kenbaar gemaakt.
DE VASTSTAANDE FEITEN
De adoptante, geboren op 24 februari 1957 in de gemeente [plaats 2] en de moeder, geboren op 4 november 1957 in de gemeente [plaats 3], hebben een affectieve relatie met elkaar en wonen in ieder geval vanaf 26 februari 1990 met elkaar samen.
Uit de moeder zijn op respectievelijk 2 juli 1990 en 8 november 1992 in de gemeente [plaats 1] geboren de thans nog minderjarige kinderen, genaamd [C] en [D].
De beide minderjarigen hebben dezelfde verwekker. Zij weten wie hun verwekker is.
De moeder heeft thans alleen het gezag over de minderjarigen.
De minderjarigen worden sinds hun geboorte door de moeder en de adoptante tezamen verzorgd en opgevoed.
DE BEOORDELING VAN DE ZAAK
De adoptante heeft de adoptie van de minderjarigen verzocht.
De moeder heeft verklaard in te stemmen met de gevraagde adoptie.
De minderjarigen hebben verklaard in te stemmen met de gevraagde adoptie.
De Raad heeft verklaard dat er geen bezwaar is tegen het verzoek van de adoptante en heeft de rechtbank geadviseerd het verzoek in te willigen.
De moeder en de adoptante hebben verklaard, dat zij de minderjarigen volledig hebben ingelicht over hun verwekker, hetgeen door de minderjarigen is bevestigd.
De adoptante en de moeder hebben ter terechtzitting verklaard dat zij de verwekker van de minderjarigen kennen, doch dat zij niet willen dat de verwekker met naam en toenaam als verwekker in de beschikking wordt genoemd.
De rechtbank stelt vast dat in deze zaak een verklaring ontbreekt van de verwekker, waarin hij zich uitlaat over de adoptie respectievelijk verklaart dat hij zich met de adoptie kan verenigen en dat hij ermee instemt dat hij de minderjarigen niet zal erkennen en derhalve geen juridisch ouder van de minderjarigen wil worden.
De rechtbank stelt voorop dat het in het belang van een adoptiekind moet worden geacht, indien de naam van de verwekker bekend is, opdat aldus de traceerbaarheid van de verwekker is na te gaan.
In casu hebben (ook) de beide minderjarigen verklaard dat zij de verwekker kennen en dat zij deze met enige regelmaat ontmoeten.
Tegen die achtergrond kan het ontbreken van de naam van de verwekker in deze beschikking niet worden aangemerkt als een omstandigheid die zich in het belang van de minderjarigen tegen adoptie verzet.
De rechtbank is van oordeel dat het verzoek tot adoptie van de minderjarigen voldoet aan de voorwaarden gesteld bij de artikelen 1:227 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek.
Nu verder is voldaan aan de formaliteiten, zal de rechtbank het verzoek tot adoptie toewijzen.
BESLISSING
Spreekt uit de adoptie door [A], wonende [postcode 1] [plaats 1],
[adres 1], van:
- de vermelde, op 2 juli 1990 in de gemeente [plaats 1] geboren minderjarige van het
mannelijke geslacht, genaamd [C];
- de vermelde, op 8 november 1992 in de gemeente [plaats 1] geboren minderjarige van het
mannelijke geslacht, genaamd [D].
Verstaat dat op de voet van het bepaalde in artikel 1:20e, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek een afschrift van deze beschikking zal worden gezonden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats 1].
Aldus gegeven door mr. L.M. Rijksen, rechter, tevens plaatsvervangend kinderrechter, in tegenwoordigheid van C. van Leeuwen als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 februari 2003.
HOGER BEROEP
Mocht u, verzoeker of belanghebbende, zich niet met de beslissing van de rechtbank kunnen verenigen, dan kunt u daartegen hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Arnhem. Hoger beroep dient binnen een bepaalde termijn te worden ingesteld, tenzij een ander dat al heeft gedaan. Die termijn is voor verzoeker en voor de verschenen belanghebbende, aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden, drie maanden, te rekenen van de dag van de uitspraak. De termijn is voor andere belanghebbenden drie maanden na de betekening van de uitspraak of nadat de beschikking hen op andere wijze bekend is geworden. Voor het instellen van hoger beroep is tussenkomst van een procureur/advocaat verplicht.