ECLI:NL:RBZWO:2002:AF0550

Rechtbank Zwolle

Datum uitspraak
4 juni 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
75269/FT-RK
Instantie
Rechtbank Zwolle
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens gebrek aan saneringsgezindheid

In deze zaak heeft verzoekster, X., op 22 april 2002 een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank te Zwolle heeft op 28 mei 2002 een zitting gehouden waarin de verzoekster werd opgeroepen om haar schulden toe te lichten. Tijdens deze zitting bleek dat verzoekster onvoldoende duidelijkheid kon verschaffen over de aard en herkomst van haar schulden. Dit betrof onder andere schulden aan de Gemeente Almere en de Belastingdienst, waarbij verzoekster geen heldere uitleg kon geven over haar financiële situatie.

De rechtbank constateerde dat er vermoedens waren van fraudeschulden, en dat verzoekster niet te goeder trouw leek te zijn in haar financiële verplichtingen. Ondanks haar erkenning dat ze niet met geld kan omgaan, gaf ze aan geen budgetbegeleiding te hebben en kon ze niet garanderen dat ze alle schulden had opgegeven. De houding van verzoekster tijdens de zitting wekte de indruk dat zij niet saneringsgezind was, wat cruciaal is voor de toewijzing van een schuldsaneringsregeling.

Gelet op deze omstandigheden oordeelde de rechtbank dat er een gegronde vrees bestond dat verzoekster haar verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling niet naar behoren zou nakomen. De rechtbank besloot dat verzoekster gedurende ten minste een jaar opnieuw moest proberen de herkomst van haar schulden te achterhalen, werk moest zoeken en op haar schulden moest afbetalen, voordat een nieuw verzoek in heroverweging kon worden genomen. Uiteindelijk werd het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank te Zwolle
Enkelvoudige kamer
X.,
Wonende te P.,
verzoekster,
heeft op 22 april 2002 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Bij brief van 24 april 2002 is de schuldenares opgeroepen om te verschijnen in de raadkamer van deze Rechtbank op 28 mei 2002.
Motivering
Ter zitting van 28 mei 2002 is de rechtbank gebleken dat verzoekster onvoldoende duidelijkheid kan verschaffen omtrent de aard en herkomst van haar schulden. Verzoekster kan de in de verklaring ex artikel 285 lid 1 onder e Fw opgenomen schulden niet toelichten. Diverse schulden, zoals de schulden aan de Gemeente Almere ad €1.830,93 en €253,14 wekken het vermoeden dat er sprake is van een fraudeschuld, zonder dat verzoekster daarover opheldering kan verschaffen.
Ten aanzien van de schuld aan het GAK ad €445,35 verklaarde verzoekster ter zitting dat het een terugvordering wegens teveel ontvangen uitkering betreft, omdat verzoekster in de Ziektewet zat en vervolgens weer aan het werk is gegaan. Bij de schuld aan de Belastingdienst Amersfoort ad €1.656,30 merkt verzoekster op dat de Belastingdienst denkt dat ze samenwoont of dat ze andere inkomsten heeft. Een duidelijke toelichting verschaft ze niet. De rechtbank acht het aannemelijk dat verzoekster van deze schulden niet te goeder trouw is.
Verzoekster erkent ter zitting dat ze niet met geld kan omgaan, maar dat ze geen butgetbegeleiding heeft. Verzoekster kan niet gaganderen dat ze alle schulden aan de Stadsbank heeft opgegeven. Uit de houding van verzoekster ter zitting blijkt niet ze saneringsgezind is. Gezien het vorenstaande acht de rechtbank de gegronde vrees aanwezig dat zij haar uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen niet naar behoren zal nakomen en dat door de niet-saneringsgezindheid van verzoekster nieuwe schulden zullen ontstaan.
Verzoekster zal gedurende ten minste een jaar tijdens het minnelijk traject opnieuw moeten proberen de herkomst van haar schulden te achterhalen, daarnaast zal zij werk moeten zoeken en op haar schulden afbetalen, voordat een nader verzoek in heroverweging genomen zal worden.
Het vorenstaande leidt ertoe dat de toepassing van de schuldsaneringsregeling zal worden afgewezen.
Beslissing
De rechtbank:
- wijst het verzoek af;
Gewezen door mr. G.J.J. Smits, lid van de genoemde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 juni 2002 in tegenwoordigheid van de griffier.