ECLI:NL:RBZWO:2002:AE6536
Rechtbank Zwolle
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.C. Moorman
- Rechtspraak.nl
Besluit tot seponeren van strafvervolging en rechtsbescherming in bestuursrechtelijke context
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle op 8 juni 2002 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres A, wettelijk vertegenwoordigd door haar moeder B, en de officier van justitie in het arrondissement Zwolle, verweerder. De zaak betreft een besluit tot seponeren van strafvervolging, waarbij aan eiseres een schriftelijke waarschuwing is opgelegd en het voorval is aangetekend in het algemeen documentatieregister. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, omdat zij vreesde voor de gevolgen voor haar strafblad. De rechtbank heeft vastgesteld dat het seponeren van strafvervolging valt onder artikel 1:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), wat betekent dat de Awb niet van toepassing is op de opsporing en vervolging van strafbare feiten. De rechtbank oordeelt dat het besluit om niet tot vervolging over te gaan als een vervolgingsbesluit moet worden aangemerkt en dat eiseres niet-ontvankelijk is in haar beroep tegen de fictieve weigering van verweerder om op het bezwaarschrift te beslissen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om een partij in de proceskosten te veroordelen. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat hoger beroep open voor belanghebbenden.