ECLI:NL:RBZWO:2001:AF0544
Rechtbank Zwolle
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging schuldsanering en verlening van de schone lei in het kader van de Wet schuldsanering natuurlijke personen
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle op 3 december 2001 uitspraak gedaan over de beëindiging van de schuldsanering van de schuldenaren, X. en Y., en de vraag of hen de schone lei kan worden verleend. De rechtbank had eerder op 8 juni 1999 de definitieve schuldsanering uitgesproken. Tijdens de zitting op 3 december 2001 werd het verzoek van de bewindvoerder behandeld om de schuldsanering te beëindigen, nu de termijn van het saneringsplan was verstreken. De schuldenaren hadden voldaan aan hun verplichtingen uit de schuldsanering, wat leidde tot de vraag of de schuldenaren recht hadden op de schone lei.
Een concurrent schuldeiser, drs. X., was aanwezig en stelde dat zijn vordering, voortvloeiend uit de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde, niet als niet-afdwingbaar zou moeten worden beschouwd. Hij vond het onbegrijpelijk dat de wetgever geen uitzondering maakte voor zijn vordering, die verband hield met de zorg voor de dieren van de schuldenaren. De rechtbank oordeelde echter dat de wetgever geen uitzondering had gemaakt voor dergelijke vorderingen en dat de schuldenaren niet tekortgeschoten waren in hun verplichtingen. De rechtbank concludeerde dat de schuldsanering kon eindigen en dat de schuldenaren de schone lei konden krijgen, ondanks de bezwaren van de schuldeiser.
De rechtbank stelde vast dat de schuldenaren niet in de nakoming van hun verplichtingen waren tekortgeschoten en dat de toepassing van de schuldsaneringsregeling zou eindigen na het verbindend worden van de slotuitdelingslijst. Tevens werd vastgesteld dat het salaris en de kosten van de bewindvoerder al waren vastgesteld in de samenhangende schuldsanering. De uitspraak werd gedaan door mr. A.L. Smit en uitgesproken ter openbare terechtzitting.