ECLI:NL:RBZWO:2001:AB3052
Rechtbank Zwolle
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgingsontvankelijkheid en immuniteit van ambtenaren in strafzaken
In deze zaak, behandeld door de Arrondissementsrechtbank te Zwolle, stond de verdachte, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] en wonende te [woonplaats verdachte], terecht op beschuldiging van medeplichtigheid aan strafbare feiten gepleegd door een andere verdachte, [X]. De zitting vond plaats op 18 en 20 juli 2001, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn advocaten, mr. R.A. Fibbe en mr. B.A. Vink. De verdediging voerde aan dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk was in de vervolging van de verdachte, omdat hij eerder als getuige was gehoord zonder dat hem het verschoningsrecht was uitgelegd. Dit zou in strijd zijn met een behoorlijke procesorde. Daarnaast werd gesteld dat de vervolging in strijd was met het gelijkheidsbeginsel, omdat andere betrokkenen niet werden vervolgd. De verdachte voerde ook aan dat hij als kanselier op de ambassade te Sri Lanka handelde in het kader van zijn ambtelijke taken, waardoor hij strafrechtelijke immuniteit zou genieten.
De rechtbank overwoog dat er op het moment van het getuigenverhoor al een redelijk vermoeden van schuld bestond, en dat het niet wijzen op het verschoningsrecht niet leidde tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. De rechtbank oordeelde dat het openbaar ministerie vrij is in zijn beslissing om te vervolgen, en dat er geen sprake was van rechtsongelijkheid. De rol van de verdachte in de visumverlening was specifiek en verschilde van die van andere betrokkenen. De rechtbank concludeerde dat de tenlastelegging niet gericht was op de uitvoering van een overheidstaak, maar op deelname aan een strafbaar feit.
Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat het primair en subsidiair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen was, en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen. De uitspraak vond plaats op 2 augustus 2001, waarbij mr. Eelsing niet in staat was het vonnis mede te ondertekenen.