Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
disclosure-getuige) bij het slachtoffer heeft waargenomen, niet anders kan worden opgevat dan als een bevestiging van de verklaringen van het slachtoffer. Het tijdsverloop tussen het ten laste gelegde feit en de waargenomen emoties is daarbij relevant. De vader van [slachtoffer] heeft direct na het incident de emoties en gemoedstoestand van zijn zoon waargenomen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat niet alleen de getuigenverklaring van [getuige], maar ook die van de vader voldoende steun biedt aan de verklaring van [slachtoffer]. Op basis van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat aan het bewijsminimum is voldaan. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde handelingen heeft gepleegd.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partij
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
feitelijke aanranding van de eerbaarheid
een gevangenisstraf van 1 (één) maand;
[slachtoffer]van
€ 1.000,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 24 december 2023 tot aan de dag der voldoening;
, € 1.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 24 december 2023 tot aan de dag der voldoening;
20 dagengijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;