Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
einduitspraak van 15 januari 2025 van de meervoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , tevens h.o.d.n. [bedrijf van eiseres] , uit [plaats] , eiseres(gemachtigde: [gemachtigde] )
Procesverloop
Overwegingen
Conclusie
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit van 19 april 2022 gegrond;
- vernietigt dat besluit;
- draagt het college op om binnen vier maanden na verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen met inachtneming van wat door de rechtbank is overwogen;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 184,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 8.759,50.
Rechtsmiddel
deze uitspraaken de
tussenuitspraakkan binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.