ECLI:NL:RBZWB:2025:947
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling UWV tot betaling van proceskosten na intrekking beroep
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 februari 2025, wordt het verzoek van de verzoeker om veroordeling van het UWV in de proceskosten beoordeeld. De verzoeker had eerder beroep ingesteld tegen een besluit van het UWV van 15 april 2024, maar trok dit beroep in nadat het UWV op 25 juli 2024 het besluit had gewijzigd. De rechtbank heeft het UWV in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, maar het UWV heeft hierop niet gereageerd.
De rechtbank oordeelt dat het UWV tegemoet is gekomen aan de verzoeker door het besluit te wijzigen, en wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe. De verzoeker krijgt een vergoeding van € 907,- voor de proceskosten, omdat zijn gemachtigde een beroepschrift heeft ingediend. Daarnaast moet het UWV het door de verzoeker betaalde griffierecht van € 51,- vergoeden. De rechtbank benadrukt dat verzoeker zich hiervoor tot het UWV moet wenden.
De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.