In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 februari 2025, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) van 27 mei 2024 behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet is betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In dit geval bedraagt het griffierecht € 51,-. De griffier heeft eiser herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling, maar eiser heeft het griffierecht niet tijdig voldaan. De rechtbank legt uit dat het niet tijdig betalen van het griffierecht alleen verontschuldigbaar kan zijn als er een goede reden voor is, maar eiser heeft geen verontschuldiging gegeven voor het verzuim. Hierdoor verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk en wordt er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak gedaan. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze beslissing.