Op 31 januari 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een spoedprocedure betreffende de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2010. De zaak betreft het verzoek van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Halderberge om een machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige, die momenteel op een gesloten groep verblijft. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, haar ouders en vertegenwoordigers van het college aanwezig waren. De ouders hebben gezamenlijk het ouderlijk gezag over de minderjarige en hebben schriftelijk ingestemd met het verzoek van het college.
De kinderrechter heeft in haar beoordeling gekeken naar eerdere beschikkingen en de instemmingsverklaring van een onafhankelijke gedragswetenschapper. De minderjarige heeft een belast verleden, waaronder trauma's door seksueel misbruik en problemen met drugsgebruik. De kinderrechter concludeert dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de problemen van de minderjarige aan te pakken en dat een gesloten plaatsing noodzakelijk is. De kinderrechter verleent een machtiging voor de duur van drie maanden, met de mogelijkheid om de situatie opnieuw te evalueren.
De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, waarbij het hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoeker of belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak. De kinderrechter heeft benadrukt dat de minderjarige duidelijkheid moet hebben over de verwachtingen en de fases die zij zal doorlopen.