ECLI:NL:RBZWB:2025:923
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing WIA-uitkering met betrekking tot arbeidsongeschiktheid en medische beoordeling
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres tegen de weigering van het UWV om haar een WIA-uitkering toe te kennen. Het UWV had op 5 mei 2023 besloten om de aanvraag voor een WIA-uitkering per 1 september 2022 af te wijzen, omdat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. Dit besluit werd in een later stadium bevestigd in een bestreden besluit van 22 februari 2024. De rechtbank heeft op 22 januari 2025 de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het UWV.
Eiseres, die voor haar uitval als afwasser werkte, had sinds 11 december 2020 een Ziektewet-uitkering. De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV zorgvuldig onderzoek heeft gedaan naar de medische situatie van eiseres, waarbij rapportages van verzekeringsartsen zijn betrokken. Eiseres heeft aangevoerd dat haar beperkingen niet juist zijn vastgesteld en dat de geduide functies niet geschikt zijn voor haar. De rechtbank oordeelt echter dat de medische beoordeling voldoende zorgvuldig is uitgevoerd en dat de beperkingen van eiseres correct zijn vastgesteld.
De rechtbank concludeert dat de functies die aan de beoordeling ten grondslag liggen, geschikt zijn en dat de mate van arbeidsongeschiktheid van eiseres correct is vastgesteld op minder dan 35%. Hierdoor heeft eiseres geen recht op een WIA-uitkering. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en kent geen proceskostenvergoeding toe aan eiseres.