Op 23 december 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van een woninginbraak en een poging tot woninginbraak. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor de woninginbraak die plaatsvond op 20 juli 2025 in Bergen op Zoom, waarbij de verdachte samen met anderen contant geld, een zilveren ketting en een sleutelbos heeft weggenomen. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte, onder andere door camerabeelden en getuigenverklaringen. De verdachte werd echter vrijgesproken van de poging tot woninginbraak, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij betrokken was bij het forceren van een slot van een andere woning. De rechtbank legde een gevangenisstraf van acht maanden op, zonder voorwaardelijk strafdeel, omdat de verdachte eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld en er geen aanleiding was voor een voorwaardelijk strafdeel. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, maar ook met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die onder toezicht stond van de reclassering. De rechtbank besloot dat de gevangenisstraf volledig ten uitvoer moest worden gelegd, met aftrek van voorarrest. Daarnaast werd de vordering tot tenuitvoerlegging van eerder opgelegde straffen toegewezen.