ECLI:NL:RBZWB:2025:9054
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 december 2025, wordt het beroep van de belanghebbende behandeld met betrekking tot de aanmaningskosten in verband met een naheffingsaanslag omzetbelasting voor het tijdvak van 1 oktober 2023 tot en met 31 december 2023. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de rechtbank in staat stelt om zonder zitting uitspraak te doen wanneer het beroep niet-ontvankelijk is.
De rechtbank legt uit dat de belanghebbende het griffierecht van € 51,- niet tijdig heeft betaald, ondanks herhaalde aanmaningen van de griffier. De griffier had de belanghebbende op 1 oktober 2024 en 30 oktober 2024 een onjuist bedrag van € 187,- in rekening gebracht, maar dit werd later gecorrigeerd naar € 51,-. De belanghebbende kreeg de kans om dit bedrag binnen vier weken te voldoen, maar heeft dit niet gedaan. De rechtbank concludeert dat er geen verontschuldigbare reden is voor het niet tijdig betalen van het griffierecht, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. De rechtbank besluit dat het bestreden besluit in stand blijft en er geen proceskostenveroordeling plaatsvindt.