ECLI:NL:RBZWB:2025:904

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 februari 2025
Publicatiedatum
19 februari 2025
Zaaknummer
C/02/430958 / KG ZA 25-31
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • Mr. Van den Heuvel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot registratie van auto op naam gedaagde in kort geding

In deze zaak heeft eiseres, die tot halverwege 2024 een affectieve relatie had met gedaagde, een kort geding aangespannen. Tijdens de relatie heeft gedaagde een auto, een Peugeot 407, aangeschaft die op naam van eiseres is geregistreerd. Na het verbreken van de relatie is de auto in het bezit van gedaagde gebleven, terwijl eiseres de aanslagen motorrijtuigenbelasting blijft ontvangen. Gedaagde heeft diverse verkeersovertredingen begaan, waarvoor de bekeuringen naar eiseres worden gestuurd. Eiseres vordert in dit kort geding dat gedaagde zijn medewerking verleent aan de overschrijving van de auto op zijn naam en dat hij een vrijwaringsbewijs aan haar overhandigt. Daarnaast vordert zij een dwangsom voor elke dag dat gedaagde niet aan het bevel voldoet.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de procedure correct is verlopen en verleent verstek aan gedaagde, die niet is verschenen. De vordering van eiseres is gebaseerd op onrechtmatig handelen door gedaagde. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vorderingen I en III van eiseres toewijsbaar zijn, omdat het gevorderde niet ongegrond of onrechtmatig is. De vordering tot het opleggen van een dwangsom wordt afgewezen, omdat eiseres vervangende toestemming krijgt voor de registratie van de auto. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 983,00. Het vonnis is uitgesproken op 14 februari 2025.

Uitspraak

ECHTBANK Zeeland-West-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: C/02/430958 / KG ZA 25-31
Vonnis in kort geding van 14 februari 2025
in de zaak van
[eiseres],
te [plaats],
eiseres,
advocaat: mr. F. Günes,
tegen
[gedaagde],
te [plaats],
gedaagde,
hierna te noemen: [gedaagde],
niet verschenen. .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 28 januari 2025 met producties,
- de mondelinge behandeling van 13 februari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt

2.De feiten

  • Eiseres heeft tot halverwege 2024 een affectieve relatie gehad met gedaagde.
  • Tijdens de relatie heeft gedaagde een auto, Peugeot 407 met [kenteken] aangeschaft. De auto is op naam van eiseres geregistreerd. De auto is na het verbreken van de relatie van partijen in bezit van gedaagde gebleven.
  • Eiseres ontvangt de aanslagen motorrijtuigenbelasting voor de auto. Gedaagde heeft vanaf het midden van 2024 diverse verkeersovertredingen begaan. De bekeuringen daarvoor worden door het Centraal Justitieel Incassobureau naar eiseres gestuurd.
  • Gedaagde weigert de auto op zijn naam te registreren.

3.Het geschil

3.1.
Eiseres vordert als voorlopige voorziening:
I. gedaagde te bevelen zijn medewerking te verlenen aan de overschrijving c.q. registratie van de auto op zijn naam, althans de registratie zodanig te wijzigen dat het kenteken niet meer op naam van eiseres staat, en het vrijwaringsbewijs aan haar te overhandigen,
II gedaagde te veroordelen tot het betalen van een dwangsom voor elke dat dat hij het bevel onder I niet nakomt,
III te bepalen dat aan eiseres vervangende toestemming wordt verleend voor wat onder I is genoemd en dat dit vonnis in de plaats treedt van de tot registratie van de auto bestemde akte, indien gedaagde weigerachtig blijft zijn medewerking te verlenen en het maximum aan dwangsommen is verbeurd.

4.De beoordeling

4.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat verstek wordt verleend.
4.2.
Eiseres grondt haar vordering op onrechtmatig handelen door gedaagde. Zij heeft in dit verband tijdens de mondelinge behandeling nog verklaard dat zij zelf geen rijbewijs heeft.
4.3.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet ongegrond en onrechtmatig voor, zodat vorderingen I en III zullen worden toegewezen. Omdat aan eiseres vervangende toestemming wordt verleend heeft zij geen belang bij het opleggen van een dwangsom aan gedaagde, zodat vordering II zal worden afgewezen.
4.4.
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van eiseres die op basis van een toevoeging procedeert, als volgt vastgesteld:
− griffierecht € 90,00
− salaris advocaat € 715,00
− nakosten
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 983,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5,1, verleent ten aanzien gedaagde verstek,
5.2.
beveelt gedaagde om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis zijn medewerking te verlenen aan de overschrijving c.q. registratie van de auto met [kenteken] op zijn naam, althans de registratie zodanig te wijzigen dat het [kenteken] niet meer op naam van eiseres staat, en beveelt gedaagde om aan eiseres het vrijwaringsbewijs met betrekking tot voormelde auto te overhandigen,
5.3.
bepaalt dat aan eiseres vervangende toestemming wordt verleend voor het onder 5.2. gegeven bevel en bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van de tot registratie van de auto met [kenteken] bestemde akte, indien gedaagde weigerachtig blijft zijn medewerking aan de overschrijving c.q. registratie te verlenen
5.4.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres gevallen en tot op heden begroot op € 983,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Wordt bij niet betaling het vonnis daarna betekend, dan moet hij € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van den Heuvel en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2025