ECLI:NL:RBZWB:2025:9005

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 december 2025
Publicatiedatum
17 december 2025
Zaaknummer
BRE 24/7324 PW
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens overlijden van eiser zonder erfgenamen

Op 10 december 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda. Eiser had beroep aangetekend tegen de gedeeltelijke afwijzing van zijn aanvraag om bijzondere bijstand. Tijdens de zitting werd vastgesteld dat eiser op 16 maart 2025 was overleden en dat er geen erfgenamen waren die het beroep wilden voortzetten. De rechtbank heeft geconstateerd dat de bewindvoerder van eiser betrokken was bij het beroep, maar dat het bewind met het overlijden van eiser van rechtswege was geëindigd. Ondanks pogingen van de bewindvoerder om contact te krijgen met een erfgenaam, heeft zich niemand gemeld. Hierdoor is het processuele belang aan de beoordeling van het beroep komen te ontvallen.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk is beoordeeld. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift van het proces-verbaal is verzonden aan de betrokken partijen. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 24/7324 PW
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 december 2025 in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser

en

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda, het college.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de gedeeltelijke afwijzing van eisers aanvraag om bijzondere bijstand.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van het college van 26 september 2024 op 10 december 2025 op zitting behandeld. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door [persoon] .
1.2.
Na afloop van zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank stelt vast dat de bewindvoerder van eiser als partij betrokken was bij dit beroep. Het bewind is met het overlijden van eiser van rechtswege geëindigd. Eiser is op 16 maart 2025 overleden. Niet is gebleken van erfgenamen die het beroep zouden willen voortzetten. Ondanks pogingen van de bewindvoerder om contact te krijgen met een erfgenaam van eiser, heeft zich geen erfgenaam gemeld. Gelet op het voorgaande is het processuele belang aan de beoordeling van het beroep komen te ontvallen.

Conclusie en gevolgen

3. Het beroep is niet-ontvankelijk. De rechtbank beoordeelt dus de zaak niet inhoudelijk.

Beslissing

De rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 10 december 2025 door mr. S.C.S. van Bree, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Wilbrink, griffier.
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.