ECLI:NL:RBZWB:2025:8956
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Definitieve berekening kinderopvangtoeslag en terugvordering voorschot
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 16 december 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de definitieve berekening van haar recht op kinderopvangtoeslag over het jaar 2021 behandeld. Eiseres is het niet eens met de hoogte van de vastgestelde kinderopvangtoeslag van € 12.291,- en de terugvordering van € 2.841,- aan te veel verstrekt voorschot. De rechtbank beoordeelt de beroepsgronden van eiseres en komt tot de conclusie dat de Dienst Toeslagen de hoogte van de kinderopvangtoeslag terecht heeft vastgesteld. Eiseres had in 2021 recht op een lager bedrag aan toeslag dan zij had ontvangen, wat leidt tot de terugvordering. De rechtbank legt uit dat de Dienst Toeslagen bij de berekening van de toeslag rekening moet houden met het daadwerkelijk afgenomen aantal opvanguren en het maximaal toegestane uurtarief. Eiseres heeft niet betwist dat zij minder uren opvang heeft afgenomen dan zij had opgegeven. De rechtbank oordeelt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een matiging van de terugvordering rechtvaardigen. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen gelijk krijgt en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.