ECLI:NL:RBZWB:2025:888
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling van het college tot betaling van proceskosten in bestuursrechtelijke procedure
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 februari 2025, wordt het verzoek van verzoeker om veroordeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarle-Nassau in de proceskosten beoordeeld. Verzoeker had zijn beroep ingetrokken omdat het college op 4 juli 2024 alsnog een beslissing op bezwaar had genomen. De rechtbank heeft het college in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, maar het college heeft hierop niet gereageerd. De rechtbank doet zonder zitting uitspraak op het verzoek.
De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe, omdat het college geheel of gedeeltelijk aan verzoeker is tegemoetgekomen door alsnog een beslissing te nemen. De rechtbank legt uit dat volgens artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de proceskosten als het aan de indiener van het beroepschrift tegemoetkomt. Verzoeker had verzocht om een vergoeding voor verletkosten van € 206,-, die de rechtbank toekent. Daarnaast moet het college het door verzoeker betaalde griffierecht van € 187,- vergoeden.
De rechtbank concludeert dat het college verplicht is om de proceskosten van € 206,- aan verzoeker te vergoeden. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.