ECLI:NL:RBZWB:2025:880
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Dijkman
- mr. De Beer
- mr. Voorn
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van het ouderlijk gezag over een minderjarige en benoeming van een voogd
Op 31 januari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in een meervoudige kamer uitspraak gedaan in een zaak betreffende de beëindiging van het ouderlijk gezag van de moeder over de minderjarige [minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om het gezag van de moeder te beëindigen en de Gecertificeerde Instelling, Stichting Jeugdbescherming West Zeeland, te belasten met de voogdij. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van [minderjarige] ernstig wordt bedreigd en dat de moeder niet in staat is om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding binnen een aanvaardbare termijn te dragen. De moeder heeft de afgelopen jaren nauwelijks een ouderrol vervuld en er is al lange tijd geen contact tussen haar en [minderjarige]. De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van [minderjarige] is dat het gezag van de moeder wordt beëindigd en dat de GI als voogd wordt benoemd. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat deze direct in werking treedt, ongeacht een eventueel hoger beroep. De rechtbank heeft ook verzocht om een aantekening van de gewijzigde gezagssituatie in het centraal gezagsregister.