Op 11 december 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die meermalen seks tegen betaling heeft gehad met een toen minderjarig meisje. De zaak, die onder de naam 'Kleinpolderplein' bekend is, betreft zeven seksafspraken tussen de verdachte en het slachtoffer, die op het moment van de feiten zestien en zeventien jaar oud was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks dat hij niet op de hoogte was van de minderjarigheid van het slachtoffer, wel degelijk een vergaande onderzoeksplicht had om de werkelijke leeftijd van de sekswerker te verifiëren. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 dagen, waarvan 29 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uur. De rechtbank heeft ook een immateriële schadevergoeding van 750 euro aan het slachtoffer toegewezen, gezien de geestelijke en lichamelijke impact van de daden van de verdachte. De rechtbank heeft benadrukt dat de bescherming van minderjarigen centraal staat in de wetgeving en dat de verdachte met zijn handelen heeft bijgedragen aan de seksuele uitbuiting van een minderjarig meisje. De uitspraak is gedaan na een inhoudelijke behandeling van de zaak op 22 oktober 2025, waarbij de verdachte niet aanwezig was, maar zijn raadsvrouw wel. De officier van justitie had een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twaalf maanden geëist, maar de rechtbank heeft een lichtere straf opgelegd, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak.