ECLI:NL:RBZWB:2025:8700
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om veroordeling in proceskosten na intrekking beroep WIA-uitkering
In deze zaak heeft verzoeker beroep ingesteld tegen een besluit van het UWV van 6 februari 2020, waarin een WIA-uitkering werd toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 45-55%. Na een zitting op 15 april 2021, waar verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, is het onderzoek geschorst. Op 1 april 2025 heeft de rechtbank een tussenuitspraak gedaan, waarbij het UWV werd opgedragen het besluit te herstellen. Het UWV heeft vervolgens op 15 oktober 2025 een nieuwe beslissing genomen, waarbij de WIA-uitkering werd verhoogd naar 80-100%. Verzoeker heeft daarop zijn beroep ingetrokken en verzocht om veroordeling van het UWV in de proceskosten. De rechtbank heeft het UWV in de gelegenheid gesteld om op dit verzoek te reageren, waarop het UWV akkoord ging met de vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft vervolgens, zonder zitting, de proceskosten vastgesteld op € 4.620,28, inclusief deskundigenkosten en btw. De uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten op 9 december 2025 en openbaar gemaakt.