4.2Schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
De rechtbank gaat bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit van het volgende:
Onderzoeksperiode:
De onderzoeksperiode is vastgesteld van 13 december 2022 tot en met 3 februari 2023.
Ketaminetransporten
Voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit de strafbare ketamine-handel gaat de rechtbank uit van het volgende:
Ingekochte hoeveelheid
Om het wederrechtelijk verkregen voordeel te kunnen berekenen, stelt de rechtbank eerst de hoeveelheid ingekochte ketamine in de onderzoeksperiode vast. Onder meer op basis van de diverse lijstjes (K-notes) die door [medeverdachte 2] aan [medeverdachte 1] zijn verstuurd via de Exclu-app gaat de rechtbank er vanuit dat er 2900 kilo ketamine via [veroordeelde] is gekocht en geleverd aan de groep van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Daaruit volgt namelijk dat zij vier inkooprondes hebben gehad van respectievelijk 300, 600, 1000 en nog een keer 1000 kilo met aldus een
totaal van 2.900 kilo ketamine.
De in deze lijstje genoemde ingekochte hoeveelheden, en dan meer in het bijzonder het meest recente lijstje van 1 februari 2023 oftewel de K(11).note, worden onder meer ondersteund door de inhoud van de Exclu-berichten tussen de verdachten over de leveringen en transporten, de facturen van de bedrijven [bedrijf 1] GmbH ( [bedrijf 1] ) en [bedrijf 2] AG ( [bedrijf 2] ) en door de verklaringen van de medewerkers van deze Duitse leveranciers van de ketamine.
Anders dan waarvan in het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel is uitgegaan, ziet de rechtbank onvoldoende concrete aanwijzingen om naast deze vier rondes, ook nog andere leveringen van ketamine bij de berekening van het wederrechtelijk voordeel te betrekken. De in de lijstjes niet benoemde leveringen van 16, 25 en 27 januari 2023 lijken immers al onderdeel uit te maken van de wel benoemde leveringen van tweemaal 1000 kilo. Dat volgt namelijk onder meer uit de pro-forma factuur van [bedrijf 2] die zich in het dossier bevindt met [nummer] die ziet op een levering van 2.000 kilo ketamine aan [bedrijf 3] van [veroordeelde] . Die ketamine is volgens de delivery orders van [bedrijf 2] verdeeld over de volgende dagen opgehaald:
* 16 januari 2023: 525 kilo,
* 18 januari 2023: 525 kilo,
* 25 januari 2023: 425 kilo en
* 27 januari 2023: 525 kilo.
Op grond van het voorgaande neemt de rechtbank naast de leveringen van 16, 25 en 27 januari 2023, ook de levering van 525 kilo op 18 januari 2023 mee in de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Buiten de lijstjes van [medeverdachte 2] en de gegevens van [bedrijf 2] ziet de rechtbank namelijk ook een aanwijzing in het nachtregister van het [hotel] dat deze levering daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Daaruit volgt namelijk dat [medeverdachte 3] op 17 januari 2023 bij dit hotel in Duitsland is gearriveerd, hetgeen overeenkomt met de werkwijze bij de overige leveringen.
Ook is er een chat van [medeverdachte 1] op 15 januari 2023: ‘morgen ochtend maat ket ophalen grote naalden En dan paarcdagen later Nog x 500 Volgenfexweek zelfde liedje’, hetgeen aansluit bij deze vier leveringen.
Uit de afschriften van de bankrekening van [veroordeelde] , de stukken van [bedrijf 1] en [bedrijf 2] en de verklaring van verdachte zelf, is af te leiden dat er door [veroordeelde] veel meer ketamine is aangekocht dan de hiervoor genoemde 2900 kilo. Ten aanzien daarvan kan echter niet vastgesteld worden dat daarbij sprake is van strafbare feiten waarmee [veroordeelde] wederrechtelijk voordeel heeft behaald. Deze andere aankopen laat de rechtbank dan ook buiten beschouwing.
Gemaakte winst op de voor de groep van [medeverdachte 1] ingekochte kilo’s
Op grond van de stukken in het dossier kan worden vastgesteld dat [veroordeelde] winst heeft gemaakt op de inkoop van de ketamine door de groep van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Om die winst te kunnen berekenen, dienen eerst de inkoopkosten te worden vastgesteld.
Inkoopkosten
Over de ingekochte kilo’s ketamine heeft [veroordeelde] zelf dat hij hiervoor € 623,- in Duitsland heeft betaald. De rechtbank acht dit op grond van de stukken in het dossier echter onaannemelijk.
Voor wat betreft de ingekochte kilo’s bij [bedrijf 1] blijkt uit niet alleen de facturen en bankafschriften maar ook uit de verklaring van de [directeur] dat er een bedrag van € 375,- per kilo werd gerekend.
Voor de inkoop bij [bedrijf 2] blijkt uit de rekening van 10 januari 2023 dat [veroordeelde] de 2.000 kilo voor € 350,- per kilo heeft ingekocht.
Voor de inkoopkosten bij [bedrijf 1] en [bedrijf 2] neemt de rechtbank de hiervoor genoemde bedragen (€ 375,- voor [bedrijf 1] en € 350,- voor [bedrijf 2] ) dan ook als uitgangspunt.
In rekening gebrachte kosten
In de Exclu-berichten rondom de levering van ketamine van [bedrijf 1] in december 2022 wordt gesproken over een prijs van € 623,- per kilo. Voor de ingekochte kilo’s bij [bedrijf 1] zijn er echter gelet op de rekening van 11 november 2022 die in de door [medeverdachte 1] gehuurde loods aan [adres] is aangetroffen, ook aanwijzingen dat door [veroordeelde] aan de groep van [medeverdachte 1] een bedrag van € 585,- per kilo in rekening werd gebracht. Met inachtneming daarvan zal de rechtbank, in het voordeel van [veroordeelde] , uitgaan van een verkoopprijs van € 585,- per kilo.
Voor de ingekochte kilo’s bij [bedrijf 2] gaat de rechtbank op basis van de Exclu-berichten ervan uit dat de groep van [medeverdachte 1] € 623,- per kilo voor de inkoop van de ketamine aan [veroordeelde] moest betalen.
Winst op de ingekochte kilo’s voor [veroordeelde]
Op grond van het voorgaande kan worden geconcludeerd dat [veroordeelde] al bij de inkoop en doorlevering aan de groep van [medeverdachte 1] winst heeft behaald. Voor de ingekochte kilo’s ketamine bij [bedrijf 1] bestond dit (ten minste) uit:
€ 585,- minus € 375,- = € 210,- winst per kilo
€ 210,- x 900 kilo =
€ 189.000,-
Voor de ingekochte kilo’s ketamine bij [bedrijf 2] was dit:
€ 623,- minus € 350,- = € 273,- winst per kilo
€ 273,- x 2.000 kilo = € 546.000,-
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat [veroordeelde] over de ingekochte kilo’s een totale winst heeft behaald van: € 189.000,- + € 546.000,- =
€ 735.000,-.
Dat over dit bedrag al btw is betaald, is door de verdediging niet aangevoerd en is evenmin uit het dossier gebleken. [veroordeelde] heeft wel zelf verklaard dat hij nog btw moet betalen, maar nu op geen enkele manier is gebleken dat er daadwerkelijk is betaald of zelfs maar aangifte daarvoor is gedaan, zal de rechtbank daar geen rekening mee houden.
Daadwerkelijke ontvangsten
Gelet op het feit dat het hier gaat om ingekochte ketamine, gaat de rechtbank er vanuit dat [veroordeelde] de winst over de ingekochte kilo’s direct heeft ontvangen. Uit het dossier valt naar het oordeel van de rechtbank immers af te leiden dat de betalingen voor de ketamine voorafgaand aan de leveringen hebben plaatsgevonden. Zo heeft [veroordeelde] zelf op 25 oktober 2023 bij de politie verklaard dat hij pas na de betaling van de ketamine een vrijstelling voor het ophalen kreeg.
Daarnaast blijkt uit onderstaand schema dat is gebaseerd op de K(11).note van [medeverdachte 2] van 1 februari 2023 dat ‘ [nickname 1] ’ oftewel [veroordeelde] de winst van (de verkoop) van een deel van de ingekochte kilo’s, in totaal 500 kilo, toebedeeld krijgt.
ronde
1
2
3
4
totaal
totaal kilo
300
600
1000
1000
2.9
voor ‘ons’
175
250
400
400
1.225
andere (bij ons) of de boys
25
50
100
100
275
[nickname 1]/andere
100
50/50
100
50/50
200
(wv
100 [nickname 1], 100 andere)
[nickname 1]
200
(zelf betaald)
200
400
derden ( [nickname 2] , [nickname 3] , [nickname 4] , [nickname 5] )
-
200
300
300
800
Daarbij dient vastgesteld te worden of [veroordeelde] ook al daadwerkelijk winst over deze toebedeelde kilo’s heeft ontvangen, om van wederrechtelijk verkregen voordeel te kunnen spreken. De rechtbank is van oordeel dat op grond van het Exclu-gesprek van 5 januari 2023 tussen [veroordeelde] en [medeverdachte 1] , die vraag bevestigend kan worden beantwoord. Uit dit gesprek blijkt namelijk dat [medeverdachte 1] zegt dat er geld voor [veroordeelde] ligt waarop [veroordeelde] zegt dat ‘dit gelijk moet worden geherinvesteerd want we gaan groot’. Daaruit kan naar het oordeel van de rechtbank worden afgeleid dat [veroordeelde] met zijn winst van de op dat moment reeds verkochte kilo’s ketamine direct nieuwe ketamine aankoopt. Dit kan naar het oordeel van de rechtbank worden aangemerkt als een uitbetaling en uitgave van verkoopwinst en daarmee als daadwerkelijke ontvangsten. Uit de K(11).note staat ook vermeld dat [nickname 1] 200 stuks in ronde 3 (die is gestart met een levering op 16 januari 2023) zelf heeft betaald.
Hoeveel winst
Uit het dossier valt af te leiden dat er op het moment van het hiervoor aangehaalde gesprek van 5 januari 2023 twee transporten hebben plaatsgevonden, namelijk op 13 en 22 december 2022. Dit betroffen de ingekochte kilo’s ketamine bij [bedrijf 1] . Daar is in totaal 900 kilo ketamine ingekocht, in voornoemd schema weergegeven onder ronde 1 (300 kg) en 2 (600 kg).
Van ronde 1 en 2 blijkt uit voornoemd schema dat [veroordeelde] van elke ronde 50 kilo ketamine toebedeeld heeft gekregen. Voor de winst op de verkochte kilo’s ketamine gaat de rechtbank net als in het rapport uit van een winst per kilo van € 1.250,-.
Het voorgaande komt vervolgens neer op de volgende behaalde winst door [veroordeelde] :
50 kilo (ronde 1) + 50 kilo (ronde 2) = 100 kilo
100 kilo x € 1.250 winst per kilo =
€ 125.000,-totale winst van ronde 1 en 2.
Zoals hiervoor overwogen gaat de rechtbank er vanuit dat de winst van € 125.000,- aldus is uitbetaald en geherinvesteerd in een nieuwe aankoop ketamine. Dit betekent dat het hier gaat om een daadwerkelijk uitbetaalde winst.
Op grond van het voorgaande komt de rechtbank voor [veroordeelde] op een totale winst van:
€ 735.000,- + € 125.000,- =
€ 860.000,-
Wederrechtelijk verkregen voordeel
Op grond van het voorgaande schat de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel van [veroordeelde] op
€ 860.000,-.