4.2Schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
De rechtbank is van oordeel dat op grond van het vonnis in de strafzaak aannemelijk is dat veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft genoten uit cocaïnehandel en het zonder registratie handelen in ketamine. Veroordeelde heeft hierover geen verklaring afgelegd. De rechtbank gaat voor de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit van het onderstaande, waarbij zij zich heeft gebaseerd op vermelde delen van het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel (verder: het rapport) en de overige hierna genoemde bewijsmiddelen uit het dossier.
Onderzoeksperiode cocaïne en ketamine
De rechtbank gaat net als de politie in het rapport uit van de onderzoeksperiode van 15 maart 2022 tot en met 3 februari 2023.
Ketamine
Voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit de strafbare ketamine-handel gaat de rechtbank uit van het volgende:
Ingekochte hoeveelheid
Om het wederrechtelijk verkregen voordeel te kunnen berekenen, dient eerst de hoeveelheid ingekochte ketamine in de onderzoeksperiode te worden vastgesteld. Met name op basis van de diverse lijstjes (K-notes) die door [medeverdachte 1] aan [veroordeelde] zijn verstuurd via de Exclu-app gaat de rechtbank er vanuit dat er 2900 kilo ketamine via [medeverdachte 2] is gekocht en geleverd aan de groep van [veroordeelde] en [medeverdachte 1] . Daaruit volgt namelijk dat zij vier inkooprondes hebben gehad van respectievelijk 300, 600, 1000 en nog een keer 1000 kilo met aldus een totaal van 2.900 kilo ketamine.
De in deze lijstjes genoemde, ingekochte hoeveelheden, en dan meer in het bijzonder het meest recente lijstje van 1 februari 2023 oftewel de K(11).note, worden onder meer ondersteund door de inhoud van de Exclu-berichten tussen de verdachten over de leveringen en transporten, de facturen van de bedrijven [bedrijf 1] GmbH (verder: [bedrijf 1] ) en [bedrijf 2] (verder: [bedrijf 2] ) en door de verklaringen van de medewerkers van deze Duitse leveranciers van de ketamine.
Anders dan waarvan in het rapport is uitgegaan, ziet de rechtbank onvoldoende concrete aanwijzingen om naast deze vier rondes, ook nog andere leveringen van ketamine bij de berekening van het wederrechtelijk voordeel te betrekken. De in de lijstjes niet benoemde leveringen van 16, 25 en 27 januari 2023 lijken immers al onderdeel uit te maken van de wel benoemde leveringen van tweemaal 1000 kilo. Dat volgt namelijk onder meer uit de pro-forma factuur van [bedrijf 2] die zich in het dossier bevindt met [nummer] die ziet op een levering van 2.000 kilo ketamine aan [bedrijf 3] van [medeverdachte 2] . Die ketamine is volgens de delivery orders van [bedrijf 2] verdeeld over de volgende dagen opgehaald:
* 16 januari 2023: 525 kilo,
* 18 januari 2023: 525 kilo,
* 25 januari 2023: 425 kilo en
* 27 januari 2023: 525 kilo.
Op grond van het voorgaande neemt de rechtbank naast de leveringen van 16, 25 en 27 januari 2023 ook de levering van 525 kilo op 18 januari 2023 mee in de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Buiten de lijstjes van [medeverdachte 1] en de gegevens van [bedrijf 2] ziet de rechtbank ook een aanwijzing in het nachtregister van het [hotel] dat deze levering daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Daaruit volgt namelijk dat [medeverdachte 3] op 17 januari 2023 bij dit hotel in Duitsland is gearriveerd, hetgeen overeenkomt met de werkwijze bij de overige leveringen. Ook is er een Exclu-bericht van [veroordeelde] op 15 januari 2023: ‘morgen ochtend maat ket ophalen grote naalden En dan paarcdagen later Nog x 500 Volgenfexweek zelfde liedje’, hetgeen aansluit bij deze vier leveringen.
Toebedeling/onderverdeling van de kilo’s ketamine
In het eerder aangehaalde lijstje van 1 februari 2023, oftewel de K(11).note, wordt door [medeverdachte 1] – kennelijk in het kader van de afrekening – een toebedeling/onderverdeling voor de kilo’s ketamine gemaakt die er schematisch als volgt uitziet:
ronde
1
2
3
4
totaal
totaal kilo
300
600
1000
1000
2.9
voor ‘ons’
175
250
400
400
1.225
andere (bij ons)of
de boys
25
50
100
100
275
paling/
andere
100
50/50
100
50/50
200
(wv 100 paling, 100 andere)
paling
200
(zelf betaald)
200
400
derden ( [nickname 1] , [nickname 2] , [nickname 3] , [nickname 4] )
-
200
300
300
800
Hoeveelheid winst opleverende kilo’s ketamine voor [medeverdachte 1] en [veroordeelde]
Op grond van dit schema gaat de rechtbank ervan uit dat tenminste de genoemde kilo’s in de regel ‘voor ons’ winst voor [veroordeelde] en [medeverdachte 1] opleverden. Daaruit blijkt dat het totaal aantal ingekochte kilo’s ketamine van de vier inkooprondes dat voor hen winst op kon leveren aldus
1.225 kilobedroeg.
Daarnaast lijken op basis van dit schema alle overige genoemden (waarbij voor ‘derden’ wordt uitgegaan van [nickname 3] , [nickname 1] , [nickname 4] en [nickname 2] ) de winst van een deel van de overige ingekochte kilo’s toebedeeld te krijgen, al dan niet op basis van het feit dat zij zelf betaald hebben voor de inkoop.
Aangezien er op 3 februari 2023 bij de inval in de loods van [medeverdachte 4] in [plaats] 1.700 kilo ketamine is aangetroffen, gaat de rechtbank er vanuit dat er in totaal 2.900 – 1.700 =
1.200 kilo is verkocht. Anders dan bij de medeverdachten die bij de leveringen en het transport betrokken zijn geweest en die daarvoor mede blijkens de lijstjes al betaald zijn, gaat de rechtbank er, evenals de politie in het rapport heeft gedaan, vanuit dat voor [veroordeelde] en [medeverdachte 1] geldt dat zij hun winst met de ketamine-handel eerst behaalden bij een verkoop.
Uitgaande van een aandeel van 1.225 kilo op de totale ingekochte hoeveelheid van 2.900 kilo, levert dit voor [medeverdachte 1] en [veroordeelde] een
aandeel in de winst van1.225/2.900 maal 1.200 =
506,90 kilovan de hoeveelheid van 1.200 kilo verkochte ketamine op.
Winst per kilo
Voor de winst per kilo ketamine gaat de rechtbank, net zoals de politie in het rapport heeft gedaan, uit van een aankoopbedrag van € 623,-, en inclusief onkosten van een kostprijs van € 750,-, nu daarvoor voldoende aanwijzingen in de lijstjes en Exclu-berichten zijn te vinden. Bij een verkoopbedrag van € 2.000,- waarbij de rechtbank ook weer aansluit bij hetgeen in het rapport is opgenomen, is de
winst per kilo € 1.250,-.
Daarnaast wordt er in chats tussen [veroordeelde] en [medeverdachte 1] op 13 januari 2023 nog gesproken over extra winst die behaald zou kunnen worden met ‘een deal met [nickname 3] en meeloop naar uk’, maar de rechtbank ziet onvoldoende aanknopingspunten om vast te stellen of en hoeveel winst daar daadwerkelijk mee is behaald.
Winst [veroordeelde] en [medeverdachte 1]
Met een aandeel van 506,90 kilo is dan vervolgens door [veroordeelde] en [medeverdachte 1] een winst behaald van (506,90 kilo x € 1.250,- winst per kilo) =
€ 633.625,-.
Mede gelet op de opmerking van [veroordeelde] in een Exclu-gesprek met [medeverdachte 1] van 27 januari 2023 te 17:19:48 UTC inhoudende "niet voor mij voor ons" gaat de rechtbank ervan uit dat deze winst in gelijke delen aan hen beiden is toegekomen.
Kosten
Voor het in aanmerking nemen van andere kosten ziet de rechtbank geen aanleiding. De betalingen aan de medeverdachten (in een uitvoerende rol) zoals ‘anderen bij ons, derden en paling’ zijn via de toebedelingen van de kilo’s al in aanmerking genomen. Daarnaast geldt dat de betalingen aan de medeverdachten die zijn gedaan voor leveringen die nog niet zijn verkocht, of inkoopkosten voor de inbeslaggenomen (en dus niet verkochte) ketamine niet in directe relatie staan tot de hoeveelheid verkochte ketamine waarvan de winst aan verdachte wordt toegerekend.
Winst [veroordeelde]
Het voorgaande levert een totale winst voor [veroordeelde] voor de ketamine-handel op van: € 633.625,- / 2 =
€ 316.812,50.
Cocaïne
Voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit de cocaïnehandel hanteert de rechtbank de volgende uitgangspunten uit het rapport.
Totaal aantal verkochte kilo’s cocaïne
In het rapport gaat de politie uit van 3.148 kilo verkochte cocaïne. Uit het proces-verbaal van bevindingen met nummer 1170 blijkt dat dit aantal volgt uit de ‘pick ups oud.note’ d.d. 24-10-2022, 14:19:03 UTC' en ‘pick ups (3).note’ d.d. 22-11-2022, 14:41:12 UTC' en de voorraadoverzichten die in een Exclu-gesprek tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] op 17 januari 2023 om 20:36:56 UTC worden verzonden in ‘lijst spullen (3).note’. De rechtbank neemt dit over nu zij geen aanleiding ziet om hier vanaf te wijken.
In het dossier wordt ook een aantal van 2.351 stuks genoemd, maar dat heeft kennelijk betrekking op een specifiek deel van de handel ‘de nieuwe job’, terwijl in de notities ook een ‘oude job’ en een ‘big job’ genoemd worden, waarbij de ‘big job’ in totaal 3.670 stuks is.
Verkoopprijs
In het rapport gaat de politie uit van een verkoopprijs van € 21.500,- per kilo op grond van het document ‘Betalingen [nickname 2] en [nickname 7] (2).note van 10 oktober 2022 18:41:50 UTC, tenzij er voor een specifieke levering (aan bijvoorbeeld [nickname 8] of [nickname 9] ) een andere verkoopprijs bekend is. Deze wijze van berekening komt uit op een gemiddelde verkoopprijs van iets meer dan € 21.500,-. In het voordeel van veroordeelde zal de rechtbank uitgaan van het genoemde bedrag van € 21.500,-.
Inkoopprijs
In het rapport wordt uitgegaan van een inkoopprijs van € 7.125,-. Hierover blijkt uit het proces-verbaal van bevindingen met nummer 1170 dat dit bedrag is gebaseerd op het door de Landelijke Recherche van de Nationale Politie opgestelde document ‘Prijzen drugs & precursoren 2021. Daarbij is aansluiting gezocht bij het vastgestelde bedrag voor tussenhandel in Latijns-Amerika. De rechtbank ziet geen aanleiding in het dossier om aan te nemen dat er geen sprake is van aankoop via tussenhandel in Latijns-Amerika, mede gelet op de omstandigheid dat er kennelijk ook kosten voor boot en lading worden gemaakt. Gelet op hetgeen daarover is vermeld in de notitie [nickname 10] (3).note ziet de rechtbank wel aanleiding om een correctie op de inkoopprijs toe te passen. Daarin wordt immers, naast de prijs voor de boot en de lading, gesproken over een prijs per stuk van € 7.450,-. In het voordeel van veroordeelde zal de rechtbank van een inkoopprijs van € 7.450,- uitgaan.
Kosten
In het rapport worden op basis van de [nickname 10] (3).note de volgende posten als kosten aangemerkt:
- Kosten boot: € 1.500.000,-
- Kosten lading: € 200.000,-
In het rapport worden deze kosten volledig in mindering gebracht op het totaal verkregen wederrechtelijk verkregen voordeel uit de cocaïne, nu niet duidelijk is op welke specifieke lading cocaïne of welke hoeveelheid cocaïne deze kosten betrekking hebben.
De rechtbank sluit zich daarbij aan en zal deze kosten als kosten voor het totaal aantal verkochte kilo’s aanmerken. Dat betekent dat een bedrag van € 1.700.000,- / 3.148 kg = € 540,- per kilo cocaïne aan kosten zal worden berekend.
Door de verdediging is aangevoerd dat er bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel rekening moet worden gehouden met 25% aan algemene kosten, door de raadsman ook wel invoerkosten genoemd. De rechtbank stelt vast dat er in het dossier inderdaad gesproken wordt over in mindering brengen van 25%, zoals in het document de Verdeling (1).note. Daarbij wordt echter 25% op de verkoopprijs in mindering gebracht, waarbij er geen aanleiding is om aan te nemen dat dit bovenop de eerdergenoemde kosten komt. De rechtbank gaat gelet daarop, nu er door de verdediging ook geen nadere specificering of onderbouwing voor deze stelling wordt gegeven en veroordeelde zelf geen enkele verklaring hierover heeft afgelegd, dan ook aan dit verweer voorbij.
Door de verdediging is daarnaast aangevoerd dat bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel rekening moet worden gehouden met advocaatkosten, in beslag genomen partijen, rips of daarmee verband houdende afbetalingen van schulden. Ook dit verweer volgt de rechtbank niet. De rechtbank gaat, evenals in het rapport door de politie is gedaan, voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit van een transactieberekening. Op grond daarvan komen alleen kosten voor aftrek in aanmerking die in direct verband staan met het behaalde voordeel. Daaronder vallen de door de verdediging aangevoerde kosten niet.
Winst per kilo
Op grond van het voorgaande bedraagt de winst per kilo:
€ 21.500,- verkoopprijs per kilo
€ 7.450,- inkoopprijs per kilo
€ 540,--/- kosten boot + lading per kilo
€ 13.510,-
Aandeel van [veroordeelde] en [medeverdachte 1] in het aantal kilo’s cocaïne
Om de winst voor [veroordeelde] en [medeverdachte 1] te kunnen berekenen moet vervolgens worden berekend wat hun aandeel was in het totaal aantal verkochte kilo’s cocaïne van 3.148. Bij gebrek aan andere aanknopingspunten, is hiervoor door de politie in het rapport aangesloten bij het percentage dat hiervoor voor hen uit de ketamine-handel kan worden afgeleid. In het rapport komt dat neer op 68% voor [veroordeelde] en [medeverdachte 1] en 32% voor de uitvoerders (‘de boys’ niet zijnde [medeverdachte 2] , die als leverancier een aparte positie inneemt).
De rechtbank acht het gebruiken van een percentage dat is afgeleid uit de informatie in de notities voor de ketamine voor de berekening van het voordeel voor de winst op de cocaïne op zichzelf een redelijk uitgangspunt. Het dossier bevat hiervoor immers geen aanknopingspunten en veroordeelde, noch een van de andere betrokkenen, heeft hierover een verklaring afgelegd. De rechtbank is echter wel van oordeel dat van andere percentages moet worden uitgegaan dan in het rapport is gedaan. Er is namelijk bij de berekening van deze percentages in het rapport geen rekening gehouden met het deel, en dus een percentage, voor derden. Dit terwijl er in het rapport voor de berekening voor het ingekochte aantal kilo’s ketamine wel rekening is gehouden met een deel voor derden (800 kilo) en er ook aanwijzingen zijn dat er bij de handel in cocaïne sprake was van deelname door derden.
De rechtbank berekent het aandeel van [veroordeelde] en [medeverdachte 1] daarom als volgt. Zoals hiervoor met betrekking tot de ketamine is overwogen, gaat de rechtbank uit van een andere hoeveelheid ingekochte ketamine dan de politie. De rechtbank verwijst voor de verdeling van het aantal kilo’s naar het hiervoor aangehaalde schema, dat is opgesteld naar aanleiding van het lijstje van [medeverdachte 1] van 1 februari 2023 oftewel de K(11).note.
Wanneer op basis van de verdeling in dat schema een aandeel in de ingekochte kilo’s wordt berekend, betekent dit dat wordt uitgegaan van een totaal aantal kilo van 2.900, van een aandeel van 1.225 kilo hierin voor [veroordeelde] en [medeverdachte 1] en 375 kilo voor degene die in de K(11).note als ‘andere’ of ‘de boys’worden aangeduid. Daaronder staan namen genoemd met aantallen, welke aantallen in totaal corresponderen met de aantallen die bij de ‘andere’ of de ‘boys’ worden genoemd. Gelet daarop gaat de rechtbank ervan uit dat daarmee worden bedoeld: [nickname 11] , [nickname 12] , [nickname 13] , [nickname 14] , [nickname 15] , [nickname 16] , [nickname 17] en [nickname 18] . Het percentage in het ingekochte aantal kilo’s ketamine bedraagt dan:
1.225/2.900 x 100% = 42,24% voor [veroordeelde] en [medeverdachte 1]
375/2.900 x 100% = 12,93% voor ‘de boys’.
Het resterende percentage van 44,83% betreft het deel van de ketamine dat aan derden waaronder [medeverdachte 2] toekomt.
Wanneer ervan uitgegaan wordt dat er bij de cocaïne een gelijke verdeling tussen [veroordeelde] en [medeverdachte 1] , ‘de boys’ (uitvoerders) en derden heeft bestaan, komt aan [veroordeelde] en [medeverdachte 1] dus 42,24% van de winst op de cocaïne toe.
De raadsman heeft aangevoerd dat aan hen een veel lager aandeel toekomt en baseert zich daarbij op een totaal van 2.351 stuks en een aantal chats waarin gesproken wordt over hoeveel er stuks er van hun zijn en hoeveel er nog over zijn (samengevat: “wij hadden 118 en in de laatste 40% van de job zitten nog 48 stuks van jou en mij”). De rechtbank gaat aan dit verweer voorbij. Allereerst gaat de rechtbank ervan uit dat er meerdere jobs zijn geweest (genoemd worden ‘oude job’, ‘nieuwe job’ en ‘grote job’) en het totaal aantal verkochte kilo’s cocaïne hoger ligt, zoals hiervoor al overwogen. De genoemde chats acht de rechtbank daarnaast niet representatief, omdat er ook gesproken wordt over ‘inleveren voor schuld’, waarbij kennelijk verrekeningen op grond van een eerdere schuld plaatsvinden.
Op grond van het voorgaande leidt dat de volgende berekening:
3.148 verkochte kilo’s cocaïne x 42,24% van het totaal verkochte kilo’s cocaïne = 1.329,72 stuks verkochte kilo’s cocaïne van [veroordeelde] en [medeverdachte 1] .
De winst op de verkochte kilo’s cocaïne die aan [veroordeelde] en [medeverdachte 1] toekomt, is dan:
1.329,72 kilo x € 13.510,- winst per kilo =
€ 17.964.517,20
Betalingen aan uitvoerders
Voor het bedrijven van de cocaïnehandel hebben [veroordeelde] en [medeverdachte 1] gebruik gemaakt van [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] als uitvoerders en [medeverdachte 4] voor een stashlocatie. Gelet op de risico’s die deze personen liepen, acht de rechtbank het onaannemelijk dat zij niets kregen voor hun werkzaamheden. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat [veroordeelde] en [medeverdachte 1] hen betaalden voor hun werkzaamheden. De rechtbank heeft daarmee rekening gehouden door bij de vaststelling van het aan [veroordeelde] en [medeverdachte 1] toekomende aandeel een correctie van 12,93% voor (winst)betalingen aan uitvoerders (‘de boys’) toe te passen. Voor een verdere correctie ziet de rechtbank geen aanleiding.
Andere verdiensten uit de cocaïnehandel
Daarnaast leidt de rechtbank uit de Exclu-gesprekken af dat [veroordeelde] en [medeverdachte 1] ook hebben verdiend op de kilo’s cocaïne die zij voor derden hebben verkocht. De rechtbank ziet daarvoor voldoende concrete aanknopingspunten in het dossier. Zo zegt [medeverdachte 1] in een Exclu-gesprek van 23 november 2022 tegen zijn vader [veroordeelde] : “En we verdienen nog op de verkoop nu overal 500 per stuk ”. Uit het voorgaande kan voorts worden afgeleid dat er van de totale hoeveelheid van 3.148 kilo 44,83% voor derden is verkocht. Dit komt neer op 3.148 x 44,83% = 1.411,25 kilo.
Dat leidt tot geschatte verdiensten voor de verkoop voor derden van in totaal: 1.411,25 kilo x € 500,- =
€ 705.625,-.
Totale winst uit de cocaïnehandel voor [veroordeelde] en [medeverdachte 1]
Op grond van het voorgaande bedraagt de totale winst uit de cocaïnehandel voor [veroordeelde] en [medeverdachte 1] tezamen:
€ 17.964.517,20
€ 705.625,-+
Totaal:
€ 18.670.142,20
Winst [veroordeelde]
Het voorgaande levert een totale winst voor [veroordeelde] voor de cocaïnehandel op van:
€ 18.670.142,20/ 2 =
€ 9.335.071,10
Totaal wederrechtelijk verkregen voordeel uit cocaïne en ketamine
Op grond van het voorgaande schat de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel op:
Ketamine: € 316.812,50
Cocaïne:
€ 9.335.071,10
Totaal: € 9.651.883,60